Eenzaam maar niet alleen – Het weekend is voor mij altijd een welkome afwisseling in de routine van de doordeweekse dagen. Twee dagen waarin wel de nodige activiteiten plaats vinden, maar vaak volgens een heerlijk los en ad hoc principe. Echt even uitademen dus. Zo zat ik gistermorgen onder het genot van een (heerlijke) kop koffie een interview te lezen met Paul Mackay, medeoprichter van Triodos Bank. Centrale vraag in dit gesprek was hoe we kunnen omgaan met de sociale vraagstukken van deze tijd. Koren op de molen van mijn speciale interesse voor chemie ín mensen en tussen mensen!
door Marjolein Doesburg, 10 oktober 2017
De kern van het verhaal is het gegeven dat de mens by nature niet meer bij een groep wil horen. Wij zijn ons zelfstandig aan het ontwikkelen. Door deze individualisatie ontstaat ook een gevoel van afgescheiden zijn, van eenzaamheid. Ik denk dat dit een heel herkenbaar fenomeen is. Paul Mackay noemt daarbij het boek dat koningin Wilhelmina schreef onder de titel: “Eenzaam, maar niet alleen”[1].
In dit boek schrijft prinses Wilhelmina over haar jeugd in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, die werden overschaduwd door de zekerheid dat zij koningin zou worden. Zij beschrijft de eerste jaren van deze eeuw. Een onzekere tijd waarin zij in afwachting was van het moment dat ze kon ontsnappen aan de plichtplegingen van het leven aan het hof, en contact kon maken met het volk. Prinses Wilhelmina vervolgt haar verhaal met de moeilijke jaren van neutraliteit tijdens de oorlog van 1914-1918. Zij was in de jaren dertig een van de eersten die begreep welke dreiging er van Hitler uitging en zij schrijft met kennis van zaken over deze periode. Tegen haar wil gescheiden van haar volk in persoon, maar niet in geest, bleef zij een innig en hartverwarmend contact houden met het Nederlandse volk. In het laatste deel van haar boek wordt duidelijk waarom Wilhelmina tot een symbool is geworden van de eenheid en onafhankelijkheid van Nederland onder de bezetting door nazi-Duitsland. Eenzaam maar niet alleen onthult het standbeeld van deze bijzondere vrouw in volle glorie. Met haar dienstbaarheid aan het volk zette ze de traditie voort, die door haar grote voorvader Willem de Zwijger was ingezet. Haar overtuiging, die het belang van goddelijke leiding inziet, ligt aan de basis van dit boek.
Mackay leest in de titel die Wilhelmina koos: ik heb afstand, maar ben niet alleen. Waar die ogenschijnlijke tegenstelling door wordt veroorzaakt is het feit dat we by culture ons bewustzijn kunnen ontwikkelen. Het besef kunnen krijgen dat wij afstand nemen van de wereld om ons heen, maar dat we tegelijkertijd ook onderdeel zijn van die wereld, die wereld drukt zich ook in ons uit.
Dan is de vraag of we in staat zijn een balans te vinden tussen het aangaan en het ontlopen van de eenzaamheid. Zodat we de eenzaamheid die we voelen niet dramatiseren of wegdrukken, bijvoorbeeld door te vluchten in allerlei afhankelijkheden. Eenzaamheid voelen is nu eenmaal niet leuk, maar kan wel een teken zijn dat je meer je eigen individualiteit opzoekt. Als ik die eenzaamheid niet wil voelen en alle vrije momenten vol plan met sociale activiteiten, of zit te facebooken -ik moet bekennen dat dat een hele grote verleider is- dan zou ik me zelf wellicht een ontwikkelmogelijkheid ontnemen.
Hoe vaak zijn we in staat dit zo bewust bij onszelf waar te nemen? Hoe moeilijk is het om even afstand van jezelf te nemen en in de spreekwoordelijke helikopter te stappen? In feite draai je je blikveld dan om: in plaats van je af te scheiden van de wereld, stap jij nu even in de wereld, om naar jezelf te kijken. Dat is een hele uitdaging! Het kan heel behulpzaam zijn in je relatie met jezelf en je contacten met anderen. Als je even een baaldag hebt en je bent in staat met compassie naar dat balende ellendig hoopje mens te kijken, dan geef je jezelf de kans om dat balen te gebruiken. Te gebruiken om een bredere blik op jezelf te ontwikkelen in plaats van het vaak eenzijdige plaatje dat we van onszelf hebben gemaakt.
Als ik kijk naar het stuk van mijzelf waarin ik mezelf soms eenzaam voel, dan heeft dat -logischerwijze- te maken met mijn persoonlijke missie: het wakker maken van het bewustzijn in de gezondheidszorg dat een mens uit meer bestaat dan alleen een lichaam. Daarmee bedoel ik dat de geneeskunde zich moet richten op zowel lichaam, ziel én geest om iemand echt (compleet) te kunnen helen. Gelukkig ben ik lang niet de enige die deze missie heeft, in die zin voel ik me enorm verbonden. Anderzijds werk ik zelf wel in een (gezondheidszorg)omgeving die daar nog niet (helemaal) op toegespitst is, waardoor ik bij tijd en wijle het gevoel heb alleen te staan. Dan is het ‘zwaar trekken’ en vind ik het in de hectiek van alledag lastig om goed te blijven focussen op dat grotere doel. Soms heb ik het alleen zijn en die eenzaamheid gek genoeg ook nodig om me weer volledig op mijn missie te kunnen richten en deze voor en met anderen te kunnen vertalen in een behapbare en haalbare visie. Wat mij helpt, is om tijdig het gezelschap en de steun van op te zoeken van andere ‘mensen met een missie’, zoals die van mijn man die ook een eigen individuele én maatschappelijke missie heeft. Daarin kunnen hij en ik, en met ons vele anderen, ons gelukkig spiegelen in het mooie koninklijke voorbeeld van Wilhelmina.
Dit blog komt uit het boek – Eigen koning worden I Zoektocht naar de alchemie van alledag door Marjolein van Doesburg