Goed omgaan met kritiek. Hoe doe je dat? – Veel hoogvliegers krijgen regelmatig de wind van voren. Als we écht in onze kracht gaan staan kunnen andere mensen dat knap lastig, bedreigend of intimiderend vinden. Als we niet oppassen, dan halen ze uit. Dan halen ze ons naar beneden in plaats dat ze ons de warme wind onder de vleugels geven waar we ten diepste naar verlangen …
Ook ik krijg regelmatig kritiek. Zeker als ik als trainer of spreker het beste van mezelf probeer te geven of gegeven heb, kunnen kritische opmerkingen me behoorlijk raken en overvallen. Soms met de beste bedoelingen vragen mensen me na afloop van een lezing of presentatie: mag ik je kritiek geven? Vaak blijkt hun vraag retorisch. En wachten ze mijn antwoord niet af, maar vuren ze vervolgens met de snelheid van het licht hun (veelal goedbedoelde) kritiek op me af.
De afgelopen tijd vraag ik me regelmatig af: hoe komt het toch dat mensen het gevoel hebben dat ze hun kritiek ‘zomaar in mijn bakje mogen doen’? Hoe goed, positief en constructief bedoeld de feedback (1 ster) ook is, eigenlijk vind ik het zelden fijn om de boodschappen op deze manier te ontvangen en ervaar ik de kritiek eerder als destructief. Het doet me pijn. Dus … is de vraag aan mezelf: hoe kan ik daar beter mee omgaan?
In dit artikel onderzoek ik wat kritiek eigenlijk is, waarom kritiek zo hard aankomt (vooral bij HB/HSP’ers?) en hoe we onszelf kunnen bekwamen in de edele kunst van feedforward (5 sterren) geven én ontvangen.
door Petra Hiemstra, 5 oktober 2024
Kritiek komt van het Oudgriekse κριτικός, kritikós. In het Latijn is een criticus een beoordelaar: iemand die als een ‘kunstrechter’ daden, werken, uitspraken, maatschappelijke toestanden en theorieën beoordeeld, aan de hand van objectieve of subjectieve maatstaven. In de engere betekenis van “kritiek geven”, bedoelt men er een afkeuring mee. Ongenuanceerde of slecht getimde kritiek kan snel voelen als een veroordeling.
Volgens Wikipedia is Constructieve kritiek – ook wel positieve of opbouwende kritiek genoemd – “het gegrond en beargumenteerd geven van een mening over het werk van anderen, met als doel het helpen van die ander in het verbeteren van zijn werk. Een bijkomend effect is over het algemeen dat er een positieve omgeving wordt gecreëerd door de positieve grondhouding van de criticus.
Destructieve kritiek (ook wel negatieve of afbrekende kritiek genoemd) is het tegenovergestelde hiervan. Deze kritiek is vaak ongegrond en niet of slecht beargumenteerd. Het feit dat er een negatieve omgeving wordt gecreëerd kan hier zelfs een doel zijn”. In de debatwereld noemen we dit Argumentum ad hominem – oftewel: een poging om de ander, al dan niet met een drogreden, in diskrediet te brengen.”
Voorbeeld 1 – Na afloop van mijn Ik Luister Je Groot presentatie voor een groep leuke Rotarymannen, komt een deelnemer (man, blank, 65+) naar me toe. Zonder aarzeling stelt hij De Vraag: Mag Ik Je Kritiek geven? Hij wacht mijn antwoord niet af en gooit zijn kritiek over mijn uiterlijk en presentatie onomwonden over de schutting. Volgens hem passen mijn schoenen niet passen bij mijn top (want niet dezelfde kleur roze – dus niet conform de Italiaanse standaarden, die hij als ondernemer die veel zaken doet met Italië, hanteert). Ook staat er volgens hem teveel informatie op mijn sheets. Hij had namelijk in een cursus geleerd dat er maar 3 punten op een pagina mogen. Hij wacht mijn reactie niet af, draait zich om, laat me verbouwereerd achter en netwerkt ontspannen verder.
Voorbeeld 2 – Een hele leuke nieuwe coachee (vrouw, blank, begin 50), die ik niet eerder persoonlijk heb ontmoet, start ons 1e gesprek met een (wederom heel goedbedoelde en zeker ware en nuttige) opmerking over een foutieve opsomming van extravert/introverte kenmerken in mijn handboek. Ze heeft helemaal gelijk! Goed punt! Ga ik aanpassen! Hoewel ik mijn uiterste best doe om deze ‘rode bal’ elegant te incasseren, ben ik toch even uit balans. Dat blijft niet onopgemerkt, want ze voegt er vriendelijk aan toe: ‘ik meld dit even, omdat ik dacht dat je dit wel kon hebben’.
Dat ‘omdat ik dacht dat je het wel kon hebben’, blijkt bij navraag onder collega’s, een breed gedeelde veronderstelling. Die inderdaad wél en niet waar is.
Natuurlijk kan ik ‘kritiek’ hebben. Ik ben een volwassen vrouw. Vind mezelf doorgaans een leuk en ‘ok’ mens. Heb geleerd om mijn perfectionisme te vervangen door focus op progressie. Inmiddels kan ik mezelf en anderen meer ‘prutmarge’ toe staan. Met veel plezier heb ik (5x!) de cursus gedoe-management gevolgd bij collega Frank, zodat ik bij gedoe en kritiek steeds sneller uit mijn “rode brein” én in mijn “groene brein” kan komen.
Om uit de valkuil van passieve agressie te blijven, die ik ook ken vanuit mijn systeem van herkomst, heb ik mezelf aangeleerd zoveel mogelijk geweldloos te communiceren. Hoe makkelijk deze theorie in essentie ook is, het in de praktijk toepassen, blijkt vaak best pittig.
Geweldloos communiceren vraagt best wat discipline of devotie om steeds bij jezelf (of de ander) na te gaan: wat zijn de feiten precies (logos)? Wat voel ik hierbij (pathos)? Welke waarden worden hier geraakt (ethos)? Wat wil ik eigenlijk? Wat is mijn behoefte/verlangen (voluntas)? Kan ik dit ook communiceren in een helder verzoek (actie)? En … kan ik de ander zien in de context van diens hele bestaan? Zodat ik met compassie met de ander kan omgaan (als dat passend is)?
Om goed met kritiek én complimenten om te gaan, helpt het mij, om me in sociale interacties en communicatie op te stellen als een tennisser. Actieve houding – iets door de knieën – in het midden van het veld – alert – klaar om de ‘groene, oranje en rode ballen’ op te vangen en ze te leiden naar waar ze naar toe moeten/mogen ….
En toch blijft het incasseren van kritiek moeilijk, vooral op momenten dat ik er niet op bedacht ben. Dan suizen de spreekwoordelijke rode ballen me om de oren en zorgen ze voor een gebutste ziel.
Oud coachee Anne stelt naar aanleiding van dit artikel: als HB’ers willen we soms dat we als een eendje waren. Dan konden we alles zomaar van ons af schudden. Maar wij zijn geen eendjes, we zijn sponzen …
Voor mij persoonlijk is de neiging en behoefte om ‘direct kritiek te uiten’ in ieder geval heel herkenbaar. Afkomstig uit een onderwijs- en HB-gezin, zijn mijn broer, zus en ik eindeloos gecorrigeerd (verbeterd!) in ons gebruik van de Friese en Nederlandse taal. We hebben er gelukkig (nagenoeg) perfect ABF (Algemien Beskaafd Frysk) en ABN door leren spreken. Al weet onze vader ook vandaag de dag nog heel veel fouten te vinden…
En als je je er niet bewust van bent, dan geef je dat wat je hebt meegekregen in je opvoeding één op één door …
Als HB’ers zijn we buitengewoon goed in staat om veel informatie waar te nemen en te processen. Ons innerlijk compas geeft razendsnel aan wat er waar afwijkt van de ‘default’ of van de hoge morele kaders die we voor onszelf en anderen hanteren. Ook ik ken dat borrelende en intens brandende gevoel van ‘ja maar dat klopt niet’ of ‘is het eigenlijk niet zo dat … ‘ maar al te goed. Het is een gevoel waar je zo snel mogelijk vanaf wilt.
“Laat me even met me meedenken”, reageert collega Maarten, op mijn gepruttel over deze situaties: “In mijn oren klinkt het alsof de mensen die jou voor jou gevoel kritiek geven je eigenlijk complimenten proberen aan te reiken. Ze vinden wie je bent en wat je doet al goed en denken dat het nóg beter kan. Als ik jou kritiek geef, dan is dat in ieder geval wel zo bedoeld.”, stelt hij blijmoedig.
“Pfff, nou zo voelt dat niet altijd hoor”, werp ik tegen.
“Hmmm. Ik begrijp het. Nu komt kritiek hard en direct bij je binnen. Heb je wel eens geprobeerd om de kritiek ‘in een bakje tussen jullie’ op te vangen, zodat je er vanaf een afstandje naar kunt kijken, in plaats van dat jij de kritiek direct innerlijk in je absorbeert of opneemt?”, vraagt hij.
Een hele goede suggestie. Dat ga ik proberen!
KW: Mijn tip is om bij kritek over je uiterlijk of het aantal bulletpoints op je sheets, alleen een tegenvraag stellen wat hij van de inhoud vond. Wat zou er dan gebeuren?
DB: Mijn tip zou zijn: lekker laten kletsen. De meneer van de niet juiste kleur roze valt, wat mij betreft, duidelijk in de Categorie Eikel. Voelt zich mogelijk bedreigd door je intelligentie. Moet dan ook even wat zeggen. Door te laten zien dat hij het zogenaamd beter weet. Niet naar luisteren. Ook luister je iedereen groot. Het is heel gezond om af en toe je vingers in je oren te stoppen. Of heel kort te zeggen: “ah bedankt voor de feedback. Ik neem het mee”. En dan gooi je het in de prullenbak. Dat kan ook heel veel plezier geven. Daarmee luister je deze kritiekgever niet zozeer groot, maar luister je wél alle intelligente vrouwen groot, die zo vaak met deze onzin te maken hebben. Zij krijgen dan namelijk een stem, die hoorbaar wordt als die anderen wat minder aanwezig zijn. Mag je dus best denken hoor … “eikel :-)! ”
LP: Als ik toch liefdevolle ‘kritiek of advies’ mag geven: schrijf dan kortere artikelen 🙂
Graag 🙂 Je kritiek, feedback, feedforward, tips en verbetersuggesties zijn van harte welkom!
Stuur dan een mail naar: petra.hiemstra@haagsehoogvliegers.nl