“Een uitwisseling van gedachten waarin mijn hart, ziel, intellect en lichaam in verbinding komen met die van een ander. Dialoog betekent dat je als gesprekspartners het gevoel hebt dat je gezien, gehoord en begrepen wordt, met inbegrip van de verschillen die er zijn. Het betekent dat je het met elkaar kunt hebben over fundamentele pijnlijke verschillen, dat deze mogen bestaan zonder veroordeling. Dialoog is de bereidheid hebben om gezamenlijk tot een grotere waarheid te komen.”
Door Ina Veldman, Ritueeldeskundige
17 oktober 2017
“Laat ik een voorbeeld noemen. Ik wil mijzelf graag kennen als iemand die er geen radicale ideeën op na houdt, maar tegelijkertijd ontkom ik er niet aan dat mijn beeld van de islam mede bepaald wordt door de beelden in de media. In mijn internationale leiderschapswerk in Zwitserland ontmoet ik veel leiders uit orthodox-islamitische landen. Zij geven mij een totaal ander beeld van wat er in hun landen gebeurt.
Zij vertellen mij bijvoorbeeld over hun familieleven, hoe zij hun relatie met hun vrouw ervaren en hoe zij aankijken tegen terrorisme. Dan merk ik dat het hard werken is om de bereidheid te hebben mijn dominant opgeslagen beeld over onderdrukte vrouwen naast een concrete ervaring te leggen die mij wordt aangeboden door mannen die vol liefde over hun gezinnen vertellen en mij soms ook kennis laten maken met hun echtgenotes die met hen meereizen. Ik leer ongelooflijk veel over mijn percepties en aannames in de concrete ontmoeting waarin ik mezelf leer steeds nieuwsgierig te zijn. De dag dat we stoppen nieuwsgierig te zijn, is de dag dat we stoppen te verbinden en groeien.”
De dag dat we stoppen nieuwsgierig te zijn, is de dag dat we stoppen te verbinden en groeien.
Jakob van Wielink
“Ik denk dat het een universele ervaring is dat we vanuit angst ons liever terugtrekken in de veiligheid van wat we denken te weten dan de ander slechts als werkelijk anders te zien. Daar gaan we met elkaar aan kapot. We zijn bang voor de islam, omdat we fundamenteel niet meer weten wat onze eigen wortels zijn. Dan kom je weer terug bij secure bases. Als we werkelijk weten wie we zijn en als we dat wikken en wegen en daarbij de pijnlijkheid van onze geschiedenis weten, dan hoeven we niet bang te zijn voor datgene wat de ander ons te bieden heeft, hoe vreemd het ook voor ons moge zijn. Dat geldt overigens niet alleen voor vragen over onze verhouding tot bijvoorbeeld de islam, het geldt net zo goed voor de oecumenische dialoog, voor conflicten in de straat, geschillen op het werk, reorganisaties die niet lopen en gemeenschappen waarin men elkaar niet meer kan zien.
De paradox is dat je niet kunt veranderen wat je niet wilt of kunt accepteren. In ons verzet en onze strijd tegen wat vreemd aan ons is, verliezen we uiteindelijk het contact met onszelf. We hebben dus de keuze om ons er mee te verbinden, om de dialoog op te zoeken of om dat niet te doen en de consequenties van de verzuring en de verharding te accepteren. Wat leiders hebben te leren is het verschil tussen iets accepteren en het ergens mee eens zijn. Daar worstelen velen mee.
Aarzelende dialoog verzandt al snel in platte discussies die over ‘eens en oneens’ gaan en daarmee de noodzakelijke rijkdom missen van wat het vreemde ons wil leren, ons te zeggen heeft. Dialoog kenmerkt zich door een fundamentele bereidheid je ‘eens of oneens’ uit te stellen en je vraagstelling te verdiepen. Dat vraagt dus verbinding en je hart openhouden.”
“Ik heb geen kant en klaar-antwoord. Wat het in ieder geval niet is, denk ik, is het simpelweg terugverlangen naar een oude tijd vanuit een valse romantiek of sentimentaliteit. We moeten het hebben van leiders die gemeenschap kunnen bouwen, maar die zijn niet gemakkelijk te vinden. Dat is een klus voor organisaties, voor de maatschappij en – tot mijn grote spijt – in de kerken ook het geval.
Eén van de grote maatschappelijke kritieken op dit moment is dat we te veel zouden ophangen aan leiderschap en het meer moeten vinden in de mensen zelf. Maar dat is een giftige illusie. Waar je ter wereld ook komt, welke gemeenschap je ook bezoekt, welke organisatie je ook binnenstapt: mensen hebben anderen nodig om geïnspireerd te kunnen zijn, om aangemoedigd te worden. De mens is psychisch en biologisch niet anders gemaakt dan dat hij ook naar leiders kijkt om zelf richting te vinden. We herhalen als mensen daarmee onze oudste patronen. Dát is niet erg. Problematisch wordt het als we vanuit een zogenaamd moderne kijk op zelfverwerkelijking denken dat leiderschap daarmee achterhaald is. Ik zie dagelijks hoe teams en afdelingen daar letterlijk ziek van worden. En breed maatschappelijk gebeurt niet anders. We hebben dus simpelweg óók leiders als secure bases nodig die geen geheim maken van hun boodschap en ons mee weten te nemen.”
De mens is psychisch en biologisch zo gemaakt dan dat hij ook naar leiders kijkt om zelf richting te vinden.
Jakob van Wielink
“Het boek over de vijftien lessen van leiderschap van Nelson Mandela laat zien hoe Mandela secure bases nodig had om te kunnen vloeken en schreeuwen. Hij onderdrukte zijn woede en wanhoop niet vanuit een goedkoop intellectueel concept van vergeving, maar hij uitte zijn gevoelens om daarna weer de taal van verbinding en verzoening te kunnen spreken. Die vergeving was voor hem wat ik een geïncarneerde ervaring zou willen noemen. Een ervaring waar hoofd én hart volledig bij betrokken zijn.
We denken vaak in theorieën, concepten en schema’s, maar je werkelijk verbinden om daarmee het beste uit jezelf en de ander te halen, is geen intellectuele bezigheid. Als we ons afsluiten van de emotionele werkelijkheid in onszelf, stokt het in onszelf en ontstaat bijvoorbeeld agressie. Een uiterste vorm is terrorisme. Terroristen vermoorden geen mensen, maar objecten, omdat ze ten diepste de verbinding zijn verloren. We zijn in de wereld in een cirkel van geweld terechtgekomen, omdat we ons verlies en gemis niet willen nemen. Daar hebben we grote voorbeelden zoals Gandhi, Mandela en misschien ook iemand als Merkel voor nodig. Mensen die ons, tegen beter weten in, uitnodigen dieper in onszelf te kijken en de dialoog te blijven voeren.”
“Door met elkaar in gesprek te blijven, elkaar te blijven uitdagen, te bevragen op de pijnlijke thema’s, door de deuren en ramen open te zetten. Het gaat om het bespreekbaar maken van dingen en laten zien dat je als leider bereid bent om daarin voor te gaan door je eigen kwetsbaarheid te onthullen van de reis die je daar zelf in hebt moeten maken. Leiderschap is voor 98% leerbaar. Het begint bij leiderschap over jezelf. Als je jezelf niet kunt leiden, kun je anderen niet leiden. Als je je eigen bronnen van inspiratie niet weet, als je je roeping niet kent, dan lukt het niet.”
“Nee, dat klopt natuurlijk in zijn algemeenheid. Er zijn in ons leven secure bases nodig die ons leren vertrouwen te hebben als we naar onze pijnlijke punten gaan. Het is een biologisch gegeven dat ons brein pijn haat. Dan hebben we dus kennelijk nodig dat we leren om ons te verhouden met de schuurelementen in ons leven. Alle grote spirituele tradities, alle grote filosofische stromingen, alle grote psychologische stromingen, het maakt niet uit tot welke bron je je keert, ze zullen je allemaal vertellen dat je je te verhouden hebt met de pijnlijke kanten van het leven om dat leven ook werkelijk vol te kunnen leven.”
“Het gebeurt nog te weinig, maar we leven in een prachtige wereld, er zijn in de geschiedenis nog nooit zo weinig conflicten geweest als nu. De gezondheid is wereldwijd nog nooit zo goed geweest als nu en er is nog nooit zo weinig honger in de wereld geweest als nu. Natuurlijk is het nog lang niet perfect en ik ben niet blind voor de narigheid die ook zichtbaar en voelbaar is. We moeten ook niet streven naar perfectie, maar naar excellentie. Dat is een fundamenteel verschil.
We moeten niet streven naar perfectie, maar naar excellentie. Dat is een fundamenteel verschil.
Jakob van Wielink
Excellentie is een levens-, organisatie- en maatschappijhouding die gericht is op leren en ontwikkelen, het vermogen om te groeien en nieuwsgierig met elkaar in dialoog te gaan. Perfectie is het streven naar iets waarvan je weet dat het nooit zal gebeuren. Die lat komt steeds hoger te liggen en dat leidt tot stress, burn-out en depressie. Dat wil overigens niet zeggen dat we spaarzame momenten van perfectie niet met grote liefde moeten omarmen en koesteren.”
“Om mij heen zie ik dat er veel bewegingen zijn als tegenreactie op de verzuring en het cynisme wat we jarenlang hebben gezien. Al die mooie dingen bereiken de media vaak niet en daardoor krijg je een scheef beeld van de werkelijkheid. Maar het is ook de bereidheid hebben om je verhaal te vertellen. We hebben kwetsbaarheid nodig om te kunnen leren. Dit betekent dat je mag komen met je fouten. We zijn bang om fouten te maken, dat is onze breinreactie. We zijn ten diepste bang om niet bij een gemeenschap te horen, om verloren te raken, om niet thuis te mogen komen. Je kunt over die kwetsuren heen komen. Het vraagt veel moed om tot de bronnen te komen van waar het werkelijk over gaat.
We hebben mensen nodig die vragen aan ons stellen die anderen nog niet aan ons gesteld hebben. In het verkiezingsdebat van dit jaar probeerde een minister op tv in debat te gaan met een jonge Marokkaan die vertelde hoe pijnlijk een ervaring was geweest en daarover met hem in gesprek wilde. Je ziet de minister heel gespannen reageren en hij komt er op geen enkel moment toe om een vraag te stellen, laat staan door te vragen. Hij blijft maar praten en je ziet aan de lichaamshouding van de jonge man dat hij zich begint af te sluiten en aan het einde een diplomatieke glimlach laat zien. Er komt geen dialoog op gang, er ontstaat geen enkele verbinding.”
“Het zijn de trage vragen die niet meteen een oplossing bieden, maar een nieuwe werkelijkheid openen van perspectieven en mogelijkheden. Vertel nou eens je verhaal, wat is er zo pijnlijk aan? Wat is je nou werkelijk overkomen? En waarin heb ik je teleurgesteld, wat had je van mij verwacht? Dat betekent dat je soms moet schreeuwen, een boom moet omhakken, een gedicht moet schrijven, een symfonie moet draaien, je partner moet knuffelen.
Ten diepste gaat het er om dat je zoekt naar wat jou helpt om die beweging te maken. Die beweging is uiteindelijk de essentie om ervoor te zorgen dat je je toekomst belangrijker maakt dan je verleden. Daar gaat leiderschap over. Vrouwen en mannen die ons daarin voorgaan, dat ons voorleven. Maar veel mensen hanteren antieke visies op leiderschap die zou inhouden dat je niet te lang bij je verleden moet stilstaan. Weer zo’n schitterende paradox: om toekomst mogelijk te maken, vraagt het verleden precies die aandacht die het verdient.”
“In een van mijn leiderschapstrainingen ontmoette ik een jonge vrouw die als meisje de bombardementen op Belgrado in 1999 had meegemaakt. Ze was redelijk succesvol in haar werk, maar de feedback die zij van haar directeur kreeg, was dat zij niet echt het contact aanging. Zij vertelde dat ze aan het spelen was, terwijl de bommen letterlijk om haar heen vielen, op honderd meter afstand. En ze vertelde me dat ze zich niet onveilig voelde, zolang ze maar aan het spelen was.
In die dialoog vinden we heling in ons eigen pijnlijke stuk, doordat we getuigen vinden die ons verhaal horen.
Jakob van Wielink
Wat ze daar leerde was dat het in haar kleine wereld veilig was, maar dat het in de grote wereld om haar heen niet veilig was, dat mensen haar niet goed gezind waren. Nu zij een vrouw was geworden wist zij niet hoe ze zich moest verbinden met de wereld om haar heen, een wereld die voor haar elke keer opnieuw onveiligheid opriep. Deze vrouw heeft haar ervaringen en haar verhaal gedeeld, in aanwezigheid van andere leiders op vergelijkbare posities. Dat was voor haar en voor allen een intens emotionele ervaring. Haar kwetsbaarheid opende ook bij anderen de mogelijkheid zich te openen. Ik ben ervan onder de indruk hoe in de maanden daarna deze jonge vrouw nieuwe werelden heeft zien opengaan. Natuurlijk had ze boeken gelezen, natuurlijk kende ze leiderschapstheorieën. Maar er is werkelijk geen enkele theoretische weg uit onze pijn.
In die dialoog vinden we heling in ons eigen pijnlijke stuk, doordat we getuigen vinden die ons verhaal horen. Zoals Henri Nouwen dat zo mooi zegt: dan worden we voor elkaar wounded healers. Als anderen zeggen dat dat slap gepraat is, of soft en dat ze daar geen tijd voor hebben, dan is dat maar zo. Als we niet bereid zijn, en dat is waar leiderschap overgaat, om onze wonden in de ontmoeting te brengen met anderen, verandert er in deze hele wereld niets! We hebben ons te oefenen in kwetsbaarheid, in ons te openen in de aanwezigheid van secure bases, waardoor de ruimte groter kan worden en letterlijk weer gaan ademen. Leiderschap gaat over ademruimte mogelijk maken. Dat is het keiharde werk.”
Dit interview delen we met liefde én met toestemming van Jakob van Wielink. Initiator en mede oprichter van de School voor Transitie. Dit artikel is gepubliceerd op de site NieuwWij
Lees dan het interview Verhalen tevoorschijn luisteren met theoloog Theo Hettema