Oordeelloos luisteren – een illusie? – Hoe vaak hoor je mensen (ja, ook coaches!) wel niet zeggen dat we ‘oordeelloos’ naar elkaar moeten luisteren? En natuurlijk begrijp ik best wat ze daarmee bedoelen. Echter, in mijn perceptie is oordeelloos luisteren een (vrijwel) onmogelijke opgave. Wat wél kan, is je beseffen dát je (voortdurend be-)oordeelt. Dat elk oordeel, positief of negatief, het gesprek mede kleurt en vervormt.
Als grootluisteraar streef je ernaar om je (voor)oordelen tijdig te herkennen, erkennen en te parkeren. Zodat je vandaaruit weer vrij en oprecht geïnteresseerd kunt luisteren. Ruimte kunt geven. Zodat je samen helder kunt krijgen wat voor jezelf of de ander onduidelijk is. Dát is immers waar de ander behoefte aan heeft in een grootluistergesprek.
In dit artikel lees je wat niet-oordelen zo lastig maakt. Je kunt je de proef op de som nemen en onderzoeken in hoeverre hoeverre jij oordeelloos kunt waarnemen. Verder lees je over wat vrij(moedig) luisteren lastig maakt, hoe hoog de prijs van be-vooroordeeld luisteren kan zijn én over wat het maatschappelijk nut van oordelen is.
door Petra Hiemstra, 9 augustus 2024
Ook in coaching. Snel en effectief mensen, situaties, motieven, waarden, eigenschappen, kwaliteiten en gedrag (anticiperend) goed kunnen inschatten en be-oordelen is immers altijd noodzakelijk geweest voor de overleving, ontwikkeling en onderlinge verbondenheid van de mens. Het draagt bij aan onze veiligheid.
In ieder coachgesprek maken we duizenden micr0-inschattingen en vormen we een oordeel over wat we denken waar te nemen. Hoe gaat het nu met deze cliënt? Hoe energiek zit hij/zij erbij? Waar bevindt hij/zij zich in zijn/haar proces? Welke vraag is nodig en gepast op welk moment? Hoe snel mag/moet ik als coach tot de kern komen? Hoeveel kan de cliënt aan?
Als coach besef ik me dat ik zeker in een eerste gesprek eerst aan het ‘downloaden’ ben. Downloaden is in de perceptie van Otto Scharmer de eerste stap van luisteren. Als je download maak je (eerste) inschattingen op basis van feiten, wetenschap, biografie en kennis die de coachee op dat moment vertelt. Als coach besef je je volledig dat er ook vele zaken kunnen zijn die je niet hoort (en dus ook niet naar vraagt), omdat ze (nog) geen deel uitmaken van je eigen kennis, ontwikkelingsniveau of voorstellingsvermogen. Ook besef je dat een coachtraject tijd nodig heeft om aan de hand van vragen of oefeningen tot diepere inzichten te komen.
Een coachee heeft, uiteraard, vooral behoefte aan voldoende ruimte om zijn/haar hele verhaal te mogen doen. Om zich helemaal gezien, gehoord en erkend te voelen, voordat hij/zij zélf tot antwoorden op wezenlijke levensvragen kan komen. Tegelijkertijd is deze ruimte ook begrensd door bij voorbeeld het aantal of de duur van de sessies. De factor tijd speelt en rol in sneller of langzamer tot de kern kunnen of moeten komen van waar het écht om gaat.
Deze inschattingen zijn be-oordelingen, geen ver-oordelingen. Al kán soms wel nodig zijn om bepaald gedrag te be- of ver-oordelen. Bijvoorbeeld om gezonde grenzen te stellen of het proces van heling op gang te brengen. En om tegelijkertijd vrij genoeg te blijven om de héle context van alle betrokken partijen in het gespreksproces mee te nemen. Dat is meesterschap.
Als je het onderstaande plaatje ziet, wat zijn dan de eerste drie woorden die bij je opkomen?
Koos je voor: snel, slim en … sexy?
Ook in het motto van Haagse Hoogvliegers ‘Je mag zijn wie je bent, om te worden wie je bent, maar nog niet kunt zijn. En je mag het worden, op jouw manier en in jouw tijd’ is in positieve zin een uitnodiging én oordeel in-één, waardoor wij ons erkend en gewaardeerd voelen in ons bestaan.
Grootluisteraars erkennen dat zij oordelen. In therapeutische gesprekken noemen we oordelen diagnostiek. Een oordeel is dan vooral een hypothese; een (voorlopige) inschatting van waarnemingen.
Voor artsen, coaches, psychologen en sociaal werkers vormt diagnostiek, de leer van de methoden en resultaten van onderzoek, één van de belangrijkste onderdelen van hun vak. Differentiële diagnostiek leert een medicus onderscheiden, aan welke van een aantal mogelijke ziekten de patiënt lijdt. Coaches en psychologen bekwamen zich meer in ‘discernment‘ – het vermogen om zaken (en mensen) goed te kunnen doorzien en van elkaar te onderscheiden.
Ook we onze cliënten complimenteren over een leuke outfit bijvoorbeeld, is dat in positieve zin een ‘oordeel’.
Soms vraagt een sessie om een helder oordeel over kwetsend of schadelijk gedag van anderen dat onze cliënten beschadigd heeft. Weten dát je anders bedraad of opgevoed bent dan anderen, kan helpen bij acceptatie. Of om de juiste interventies of medicatie te vinden. Toch is en blijft voorzichtigheid geboden.
In de regel beseffen grootluisteraars dat hun oordelen altijd beperkt, gekleurd of vervormd zijn. Juist als we veel ‘vinden’, vinden we zelden iets nieuws. Door mensen of zaken te ‘labelen’ limiteren we onszelf of anderen. Ook zijn we vrijwel nooit in staat om in een gesprek op alle details te letten. We kunnen lang niet altijd alle gevolgen van een uitspraak of beslissing goed overzien. Bij complexe vraagstukken is het vrijwel onmogelijk alle wezenlijke vragen
en verhalen (in één keer) ter tafel te krijgen en daarin alle samenhangen te doorgronden.
In De kracht van luisteren namen Larry Barker en Kittie Watson een prachtig voorbeeld op uit The First and Last Freedom van Jiddu Krishnamurti over wat het kost als we bevooroordeeld luisteren.
In dit verhaal probeerden een eenvoudig geklede man en vrouw een afspraak te maken met de president van de Harvard Universiteit. ‘De secretaresse van de president oordeelde onmiddellijk dat dergelijke provinciaaltjes niets te zoeken hadden op Harvard, en vertelde hun dat de president het te druk had om hen te ontmoeten. Toen ze beslist wilden wachten, besefte de secretaresse dat ze een afspraak met hen zou moeten maken, omdat ze anders de
hele dag zouden blijven. Toen het echtpaar eindelijk toegelaten werd tot het kantoor van de president, legde de vrouw meteen uit dat hun zoon een jaar op Harvard had gezeten en er gelukkig was geweest. Hij was omgekomen bij een ongeval en het echtpaar wilde een monument voor hem oprichten op het terrein van de universiteit. De president verwierp het voorstel onmiddellijk en legde uit dat Harvard eruit zou gaan zien als een begraafplaats als iedereen een monument zou oprichten voor overleden ex-studenten.
De vrouw legde uit dat zij Harvard een gebouw wilde geven, en geen monument. De president sloeg zijn ogen ten hemel en zei tegen het echtpaar dat zij vast niet wisten hoe duur gebouwen waren. Hij vroeg hun of zij zich realiseerden dat de gebouwen van Harvard meer dan zeven en een half miljoen dollar kostten. Toen het echtpaar het kantoor verliet zei de vrouw tegen haar echtgenoot, binnen gehoorafstand van de president: “Als een universiteit oprichten zo goedkoop is, moeten we er misschien zelf maar eentje beginnen.” Meneer en mevrouw Leland Stanford verlieten Harvard die dag en reisden naar Palo Alto in Californië, waar zij de beroemde Stanford Universiteit oprichtten, ter nagedachtenis aan hun zoon.’
Daarom zijn grootluisteraars erop gespitst hun eigen (voor)oordelen tijdig te herkennen en te erkennen, zodat zij deze (tijdelijk) kunnen parkeren om weer open en oprecht ‘hun oor te delen’ en te kunnen luisteren.
Hoewel het écht opschorten van een oordeel mogelijk óók een illusie is, proberen grootluisteraars in ieder geval hun verbeeldingskracht zo ver mogelijk op te rekken, dat het gevaar van ‘ingezogen raken’, een gebrekkige visie, cognitieve illusies of tunnelvisie minimaliseren. Niet oordelen geeft de mogelijkheid dieper te luisteren. Het geeft ruimte aan intuïtie, ook wel ‘kennis van binnenuit’ of ‘transcendentaal verstand’ genoemd. Intuïtie komt van het Latijnse intuere en betekent ‘innerlijk schouwen’.
Vanuit mijn opleiding tot systemisch begeleider en vanuit mijn kennis over de Transactionele Analyse (een theoretisch model dat ontwikkeld werd door de Canadese psychiater Eric Berne in de jaren ‘50 en ‘60 van de twintigste eeuw, ben ik jarenlang gefocust geweest op het zo goed mogelijk helpen van mijn cliënten bij het innemen van de juiste plek en positie (ook dit is een oordeel) binnen hun communicatie, gezin, organisatie of samenleving.
Vanuit beide theorieën leerde ik dat het belangrijk is dat we ons bewust zijn van de rollen die we vervullen en de posities die we innemen. Die van ouder, volwassene en/of kind. Hieronder zijn deze posities schematisch samengevat:
Als ouder kunnen we meer of minder sturend en structurerend (SO) of juist voedend (VO) zijn. Beide opvoedingsstijlen kunnen ertoe leiden dat we ons als kind meer of minder vrij (VK) voelen om ons te uiten. Hoe meer deze vrijheid beperkt of gestuurd wordt, hoe meer we ons zullen aanpassen (AK) of juist gaan rebelleren en in verzet komen (RK). Ik leerde dat het energie geeft als we elkaar onze (hiërarchische) posities en rollen gunnen.
Zo kunnen we voorkomen dat we belastende informatie krijgen die niet voor onze oren bestemd is. Ook voorkomen we zo dat kinderen tot ‘ouders van hun ouders’ worden (parentificatie), dat medewerkers op de laag van hun leidinggevende terecht komen (triangulering), of dat medewerkers (te zware) taken of verantwoordelijkheden naar zich toetrekken waarvoor ze onvoldoende tijd, energie, ruimte of mandaat hebben (en daardoor burn-out raken).
Recentelijk kreeg ik een nieuw en meer spiritueel perspectief aangereikt dat mijn ‘oordelen en aannames’ over parentificatie verruimde. In Gesprekken met Jeshua beschrijft gepromoveerd filosoof en medium Pamela Kribbe een geleide meditatie die dient om het familiekarma op te lossen. ‘In deze geleide meditatie worden de rollen van ouder en kind omgedraaid. Door deze oefening te doen, kun je je bewust worden van een achtergrondgevoel dat je altijd gehad hebt ten aanzien van je ouders. Deze omdraaiing draagt een kern van waarheid in zich. In wezen ben jij (ook) de ouder van je ouders. Het was jouw voornemen om de rol van ouder te spelen toen je hier naar de aarde kwam in die specifieke familie. Je wilde je ouders ergens naartoe leiden, of ergens vandaan leiden. Je wilde hen uitnodigen toe te groeien naar een lichtere werkelijkheid.’
Met dank aan de mooie boeken en Ted Talks van de Amerikaanse onderzoekshoogleraar maatschappelijk werk Brené Brown over de kracht van kwetsbaarheid en het kunnen luisteren naar schaamte neemt het aantal oordelen over “kwetsbaar zijn” gestaag af. Positief geformuleerd: in onze cultuur ontstaat steeds meer ruimte om hetgeen je werkelijk innerlijk beleeft ook te uiten. Leiderschapsleergangen nodigen jonge leiders expliciet uit om hun buikgevoel te delen. Zo kan hun intuïtie veel sneller worden meegenomen in het proces van organisatie en besluitvorming.
Als we ‘roddelen’ delen we onze morele en sociale oordelen met elkaar. Het positieve onderliggend doel daarvan is om de sociale interactie binnen de eigen organisatie of gemeenschap duurzaam goed te laten verlopen. En het niveau
van menselijke waardigheid en integriteit hoog te houden. De filosoof en psycholoog Ziyad Marar schrijft daar in zijn boek Oordelen het volgende over. “Paradoxaal genoeg worden oordelen minder belangrijk als we gewoon blijven oordelen, maar onze oordelen steeds blijven herzien. Zo verliezen ze hun alomtegenwoordigheid en worden contingenter. Een steeds veranderende geest maakt je immers minder afhankelijk van één enkele en onvermijdelijk gebrekkige visie.”
Op macroniveau is het goed functioneren van een gekozen bestuursvorm afhankelijk van gedeelde normen, waarden, regels, wetten, standpunten en gedeelde inzichten over wat de fundamentele voorwaarden zijn voor het ‘sociale contract’
en de politieke ‘bestuurscultuur’. Oordelen over wat daarin wél en niet gepast is, horen daarbij en zijn nodig voor effectieve samenwerking, gemeenschapszin en beschaving. Deze oordelen over wat wel en niet van burgers verwacht mag
worden als het gaat om staatsburgerschap, worden van generatie op generatie doorgegeven. Zij maken als zodanig onderdeel uit van ons persoonlijke, politieke, culturele en collectieve DNA.
Alle reflecties, aanvullingen en feedforward is welkom. Mail naar petra.hiemstra@haagsehoogvliegers.nl
Het boek It didn’t start with you – geeft prachtig aan hoe ons gedrag mede gevormd wordt door het verleden van onze ouders, voorouders en geschiedenis.