Fotokunst: kijken is luisteren – Een ‘kiekje maken’ kan vrijwel iedereen. Het bijzondere, het schone of het bezielde ‘vangen’ en dat weergeven op een visueel aansprekende manier, vergt het oog van een kunstenaar. “Hoe vang je zo’n foto nu precies?” vroeg ik abstract fotograaf Lisette Geel-Gerssen (1971) in dit interview. Goed kijken heeft veel overeenkomsten met grootluisteren ontdekten we.
door Petra Hiemstra, 17 augustus 2022
Lisette: “Mijn fotografische oog heb ik vermoedelijk altijd al gehad. Als puber hielp fotograferen mij om in groepen een plek te vinden die me paste. Op kamp bijvoorbeeld. Door te fotograferen hoorde ik er wel bij, maar kon ik vooral vanaf de zijlijn participeren en bleef ik tegelijkertijd ‘lucht, ruimte en overzicht’ houden. Dat voelde fijn. In mijn werk als strategisch communicatiespecialist heb ik er lang veel plezier in gehad om voor klanten aansprekende teksten en beelden te maken, die de essentie vangen van wat ze willen zeggen. Toch was de stap naar het maken van abstracte fotografie groot. Om te fotograferen zoals ik nu doe, was het belangrijkste dat ik ging durven. Mijn gezondheid dwong me bij mezelf naar binnen te kijken, naar wat voor mij écht belangrijk is en dat serieus te nemen. Snel werd dat me duidelijk. Wat mij vervult is fotograferen. Eerst dacht ik dat ik dat wilde als beroepsfotograaf. Aan kunst had ik niet eerder gedacht. Bij abstracte fotografie voelde ik op een zeker moment zoveel enthousiasme dat dat zwaarder ging wegen dan de onzekerheid die me lang (en soms nog) parten speelde. Want wie ben ik om te zeggen dat ik een ‘echte’ fotograaf ben?’
“Het mezelf serieus nemen als professioneel fotograaf maakte dat ik maandenlang iedere dag heb geoefend. Niet omdat ik mezelf dat oplegde, het gebeurde gewoon. Door zo aandachtig bezig te zijn met het proces viel me een soort ritme op: wekenlang lukte alles en dan lukte ineens niets meer. Toen merkte ik: als ik gewoon volhoud, als ik niet bang ben om fouten – lees: slechte foto’s – te maken, kan ik mijn eigen groeiproces waarnemen. Ik merkte dat ik beter ging fotograferen naarmate ik me opener kon opstellen voor wat zich tijdens het wandelen aandiende.”
“Wanneer ik aan het dwalen ben, door de duinen of elders, dan vallen me ineens dingen op. ‘Iets’ raakt me: een situatie, een kleur, een patroon, een spiegeling. Meestal sta ik dan stil om te ontdekken wat me treft en of ik het kan vangen in een foto. Wat ik bedoel met ‘raken’ is dat het iets met me doet. Het zorgt voor een gevoel of emotie. Soms word ik er blij van of roept het een herinnering op. Soms ervaar ik alleen rust of schoonheid. Op deze manier fotograferen vervult mij, omdat het me dicht bij mijn gevoel en dus bij mezelf brengt. Bij alle facetten van mezelf, ook de minder mooie.”
“Lang was ik teveel gericht op anderen en een ‘harmoniezoeker’. Nog steeds vind ik disharmonie in sociale relaties niet prettig. Toch merk ik: naarmate ik meer disharmonie in mezelf en mijn relaties kan (h)erkennen en toestaan, hoe beter ook mijn werk wordt. Immers: een foto waarbij alles in balans is, is (vaak) saai. Een beeld van een even aantal voorwerpen of dieren is voor mij interessanter als één ervan in vorm of kleur afwijkt (waarbij uitzonderingen natuurlijk de regel bevestigen). Helemaal geen patroon of samenhang in een beeld of compositie werkt vaak ook niet. Dus aan de ene kant gaat het om het vinden van ritme in bijvoorbeeld vormen, lijnen, kleuren en patronen en aan de andere kant om een afwijking in dat ritme. Vergelijk het met muziek: er is een ‘lekker’ ritme, maar je hebt ook variatie nodig om de aandacht vast te houden. Spanning in een foto kan zitten in iets heel kleins: een disbalans in een herhaling, een afwijkende kleur, de doorbreking van een patroon, een bijna-symmetrie. Maar ook in een afwijkend standpunt van mij als fotograaf. Daarvoor kan het nodig zijn dat ik de hoogte van waar ik kijk verander. Bijvoorbeeld door iets meer naar links of rechts te bewegen, of juist naar voren of naar achteren. Alleen al door op mijn knieën te gaan zitten of juist op een heuvel in de buurt te gaan staan, openen zich andere perspectieven of lichtinvallen.”
“Ik denk dat het oog van een fotograaf vergelijkbaar is met het oor van een grootluisteraar. Om te kunnen zien wat er is, maar wat niet direct waarneembaar is, moet je kunnen vertragen. Moet je nieuwsgierig zijn naar wat er komen gaat en er ook op vertrouwen dat die verrassingen zich gaan aandienen. In de natuur gaat dat vrij gemakkelijk. Zelfs als ik bijvoorbeeld boos ben en ga wandelen, komt er bij mij na zo’n 20 minuten een omslagpunt. Door actief te bewegen laat ik mijn innerlijke haast of emoties eruit en kom ik in een staat van rust. Pas dan begin ik met waarnemen en zie ik kleuren en vormen die me daarvoor ontgingen.
De ontwikkeling van mijn fotografie hangt sterk samen met mijn persoonlijke ontwikkeling en verlangens. Zo wil ik heel graag naar Schotland, om meer leren over landschapsfotografie. Ook wil ik een fotoproject doen in Utrecht, omdat daar mijn voormoeders lange tijd geleefd hebben onder de armste omstandigheden. Momenteel doe ook stamboomonderzoek. Ik ben nieuwsgierig en ontvankelijk hoe de vondsten die zich tijdens deze zoektocht zullen aandienen, zich in foto’s willen laten ‘vangen’.”
In augustus 2022 hebben we 2 kaartensets van Lisette verloot. De winnaars zijn: Monique Wooning en Corinne de Kroon – van harte gefeliciteerd! De fotosets komen z.s.m. naar jullie toe.
Niet gewonnen? Niet getreurd! Op de website van Lisette lees je alles over haar fotokunst. Ook via de website van Modern Dutch Art, een online galerie, kun je haar werk vinden.