Gevoelsdenken – Gevoelsdenkers onderscheiden zich van beeld- en begripsdenkers door de complexiteit en intensiteit van hun zintuiglijke ervaringen, waarbij de ‘gevoeligheid’ per zintuig van persoon tot persoon kan variëren en daarmee ook het effect dat zo’n zintuig op zijn of haar cognitieve processen en vermogens heeft.
– Jij maakt je ook overal zorgen over!
– Jij reageert altijd zo overgevoelig en dramatisch!
Herken je deze verwijten als gevoelsdenker? Hoogvliegers raken gemakkelijk diep betrokken bij verhalen van anderen. Deze verhalen kunnen hen/ons ook intens raken. Dat is één van de redenen dat sommige hoogvliegers bewust geen nieuws of TV meer kijken. En dat is eigenlijk heel logisch, stelt Willem Kuipers, coach van en schrijver over extra-intelligente mensen (Xi-ers). Xi-ers hebben nu eenmaal sterk afgestelde antennes voor emotionele onderstromen. In dit artikel onderzoekt hij het fenomeen ‘gevoelsdenken‘: wat is het en wat brengt het je?
door Willem Kuipers, 24 februari 2020
Schrijvend aan een vervolg op mijn laatste boek ‘Enjoying the gift of being uncommon‘ ontstond bij mij de vraag: Heeft het zin om, vergelijkbaar met beelddenken, het over gevoelsdenken te hebben? Ik vroeg me af: zijn er parallellen met beelddenken in hoe gevoelsdenken werkt en hoe gevoelsdenken zich verhoudt tot begripsdenken? Als dat zo is, wat betekent gevoelsdenken dan voor hoogvliegers? Zou dit begrip behulpzaam kunnen zijn om beter met emotionele verhalen en situaties te kunnen omgaan? En is het eigenlijk wel zuiver om over ‘gevoelsdenken’ te spreken? Zijn gevoel en denken geen tegenpolen?
Gevoelsdenken bleek geen nieuw begrip. Als je erop gaat googlen, kun je het woord gevoelsdenken of gevoelsdenker incidenteel vinden. Sommige auteurs associëren gevoelsdenken met de rechterhersenhelft, of specifieker gezegd: met de z.g. kinesthetische submodaliteit bij Neuro Linguistisch Programmeren (NLP).
Vanuit neurologisch onderzoek groeit het bewijsmateriaal over hoe onze gevoelens een wezenlijke rol spelen bij ons bewustzijn (“Ik voel, dus ik ben” volgens Damasio) en hoe de ‘bedrading’ van het emotionele brein overlap heeft met die van het rationele brein (Richard Davidson). Het lijkt in onze hoofden toch anders georganiseerd en te functioneren dan eeuwenlang werd aangenomen. Bij Haagse Hoogvliegers noemen ze Xi-ers: mensen met een rijk bedraad brein. Die metafoor toont zich bij hersenscans van deze groep als relatief grote en simultane activiteit op verscheidene plaatsen in het brein. Wat betekent dit voor onze gezamenlijke cliëntengroep die bekend staat om hun ongewoon uitgebreide cognitieve vaardigheden. Biedt een andere woordkeus, een ander frame van denken een helderder perspectief op een fysieke hoedanigheid?
In mijn praktijk kom ik regelmatig cliënten tegen die zeer slim uit hun ogen kijken en (ook) een ongewone vaardigheid in Beelddenken hebben. Zij zijn uitstekend in staat om visuele informatie excellent te hanteren en zij gebruiken die kwaliteit bij voorkeur gebruiken voor hun oordeelsvorming. Ik ben daar zelf niet zo handig in, maar Mechel Ensing-Wijn van Beelddenkwerk des te meer en we hebben vele gesprekken gevoerd over hoe dat tussen ons, en in het algemeen, in elkaar zit.
Zo stelden we vast dat we allerlei Xi-ers kennen die typisch geen visueel ingestelde beelddenkers zijn, maar in hun manier van informatieverwerking er wel aan doen denken. Het gaat bij hen niet om beelden, maar om fysieke ervaringen. Zoals bij beelddenkers visueel aangeboden informatie maakt dat ze iets pas goed begrijpen, leren die ‘anderen’ het beste door iets te doen. Door (koppeling aan) een fysieke ervaring begrijpen ze iets veel beter dan door stilzittend, kijkend bestuderen, zelfs als er ook plaatjes in staan. Gevoelsdenkers verplichten om op school zittend te leren of werkende hoogvliegers verplichten om lange vergaderingen zittend bij te wonen, maakt hen niet gelukkig. Rustig mogen staan of lopen tijdens lessen / bijeenkomsten kan het vermogen om een waardevolle bijdrage te leveren voor hen vergroten.
Mechel en ik concludeerden dat het zinvol is om beelddenken te zien als een vorm van zintuiglijk denken, en dat er dus ook andere vormen zijn, gekoppeld aan andere zintuigen. Meer specifiek blijken Xi-ers zich te onderscheiden door de complexiteit en intensiteit van hun zintuiglijke ervaringen, waarbij de ‘gevoeligheid’ per zintuig van persoon tot persoon kan variëren en daarmee ook het effect dat zo’n zintuig op zijn of haar cognitieve processen en vermogens heeft.
Voor het vervolg nodig ik je uit even van mij iets aan te nemen, wat in zichzelf onderwerp van een ander blog zal zijn: “Simpel gesteld houdt Beelddenken in dat je eerst visueel iets waarneemt en daarna iets concludeert, terwijl bij Begripsdenken de waarneming als toets dient voor de ordening die, of het begrip dat je al in je hoofd had. In dat verlengde houdt ‘Zintuiglijk denken’ in dat je eerst zintuiglijk iets waarneemt en daarna een conclusie trekt.”
Vanuit deze omschrijvingen kan je je voorstellen dat hoe sterker en heftiger zintuiglijke prikkels ‘standaard’ bij iemand aanwezig zijn, hoe sterker iemand eerder geneigd is tot zintuiglijk denken dan tot begripsdenken. Als de ‘hier en nu’ zintuiglijke impressies heel sterk zijn, is het relatief moeilijker om je, zoals voorgenomen, te bepalen bij eerdere ordeningen, lijstjes, agenda afspraken, opvattingen, overtuigingen enzovoort, die in essentie een ‘stolling’ zijn van een zintuiglijke ervaring uit het verleden. Het heden maakt immers veel meer ‘lawaai’ in je hoofd en trekt de aandacht!
In Damasio’s benadering zijn gevoelens de mentale ervaring van lichaamstoestanden. In zijn visie reageert het lichaam op externe prikkels met fysieke veranderingen. Die kunnen onder andere bestaan uit emoties. Ons brein interpreteert die informatie o.a. als gevoelens. Bijvoorbeeld: je krijgt een klap, je hartslag en zweetproductie gaan omhoog (emotionele reactie) en je voelt woede. Volgens hem reguleren gevoelens op allerlei niveaus ons leven, of het nu gaat om fysieke behoeften (honger), lichamelijk bestendig functioneren (pijn, angst, welzijn) of sociale interacties (compassie, dankbaarheid, liefde).
Ik wil gevoelsdenken omschrijven als het bewust gewaar zijn van ‘hier en nu doorleefde’ regulerende gevoelens, bijvoorbeeld rond een aanstaande conclusie of actie, tijdens de realisatie daarvan, of daarna.
Het woord ‘bewust’ is, uiteraard, bewust gekozen. Het automatisch meebewegen met onderbuikgevoelens is iets anders. Daarbij is het nuttig om je te realiseren dat mensen, ook als ze Xi zijn, enorm onderling kunnen verschillen in:
Al deze factoren bepalen hoe dringend of vanzelfsprekend gevoelsdenken zich bij iemand aandient, en in welk soort contexten. Sommige mensen gevoelsdenken als vanzelf, anderen doen het niet of nauwelijks.
Het aspect context is met name relevant, omdat ik in mijn praktijk regelmatig Xi-ers tegenkom, die vlijmscherp kunnen begripsdenken, en toch in bepaalde situaties alleen via gevoelsdenken tot effectieve keuzes blijken te kunnen komen. Als zij niet zijn ingesteld op het ontvangen van informatie vanuit hun gevoel, of geleerd hebben gevoelens minderwaardig, stom of eng te vinden, raken zij makkelijk in de knoop of nemen de verkeerde beslissing. Terwijl het leven veel prettiger wordt als je als gevoelsdenker meer ruimte schept voor de typische kenmerken van gevoelsdenken, die lijken op die van beelddenken.
Bij gevoelsdenken:
Voor mij is dit artikel slechts een eerste stap om gevoelsdenken te benoemen en te duiden. Ik hoop dat de verdere ontwikkeling ervan een handvat gaat bieden om effectiever en prettiger met je intensiteit en extra ontvankelijkheden om te gaan, in een plezierige balans met je rationele denken. Wat is bijvoorbeeld de relatie met mindfulness? Maar dat weet ik pas nadat ik het al schrijvend fysiek onderzocht heb. Hoe is dat bij jou?
Willem Kuipers begon zijn loopbaan als wiskundig ingenieur (Delft, 1979). Gaandeweg verbreedde hij zijn werkterrein met de Beroepsopleiding Organisatiekunde (SIOO, 1988) en werkte ruim 10 jaar bij TNO en 7 jaar bij BSO/Advies, later Origin/Advies.
Gefascineerd door wat mensen binnen en buiten organisaties beweegt, verschoof zijn aandacht sinds het begin van deze eeuw naar loopbaanadvisering en coaching van mensen die, net als hijzelf, extra intelligent zijn. Willem droeg bij aan de ontwikkeling van het begrijp ‘hoogbegaafdheid’ door het schrijven van vele artikelen en boeken Verleid jezelf tot excellentie en Enjoying the gift of being uncommon.
PS: wil je je eigen energie beter leren managen, beschermen én strategisch inzetten? Kijk dan in onze agenda naar de training Meesterschap in Energiemanagement van Janine Koppers in september 2018