Hoogbegaafde kinderen – Wat doe je, als je zevenjarige zoon zegt: “Pap, ik wil dood!”, omdat hij alles al weet wat er aangeboden wordt op school, daardoor in een burn-out belandt, agressief wordt en tics ontwikkelt? In onze praktijk komt het vaak ter sprake: kinderen die weigeren naar school te gaan, die langdurig thuis zitten en moeite hebben om een plek te vinden waar ze hun vele talenten goed kunnen ontwikkelen. Waar wijzelf, als HB’ers (hoogbegaafden), veelal onze ouders gehoorzaamden en daarbij vaak over onze eigen grenzen gingen met alle problemen van dien, lijken de HB kinderen van deze tijd juist heel trouw te zijn aan hun eigen intuïtie. De HB kinderen van nu weigeren dingen te doen, die voor hen niet goed voelen of logisch zijn. Dat is mooi én lastig. In dit artikel vertellen vier ouders wat voor hen de charme is van het opvoeden en begeleiden van hun kinderen. Daarna deelt een van de kinderen zijn visie op zijn eigen opvoeding, opleiding en ontwikkeling.
Door Petra Hiemstra, 11 februari 2018
Bernadette: eigenlijk weten mijn HB kinderen dingen beter dan gemiddelde kinderen. Ze spelen spelletjes op de I-pad in het Engels, hebben een goed geheugen, weten snel in de gaten wat de regels zijn en hoe ze met die regels en patronen kunnen spelen. Mijn zoons lazen en spelden de reclame folders al toen ze twee jaar waren. Om die kennis en ‘betweterigheid’ worden ze op school uitgelachen. Dat vinden ze lastig. Hun taalgebruik is bijvoorbeeld anders en ze hebben een eigen gevoel voor humor. Een moeder van een vriendje vroeg mijn zoon: hou jij van lekker eten? Zoon: “Iedereen houd toch van lekker eten?” En mij zoons (6 en 8) bedenken zelf mopjes en genieten ervan om die zelf te vertellen: “rara wat is dit: hij leeft in Afrika, zit in de bosjes en het is een vogel? Een struikvogel!”
Marian: wij hebben drie kinderen. Alle drie zijn ze HB. De oudste twee kunnen hun HB makkelijker inpassen in hun dagelijks leven. Vanaf kleins af aan realiseerde ik me bij mijn derde kind: ‘dit is een aparte’. Hij blonk uit in het niet kunnen bedenken hoe zaken zelf te doen. Hij had duidelijk een focus op risico’s en het vermijden daarvan. Hij legde zichzelf duidelijk meer beperkingen op in het praktisch doen en ontdekken van zaken dan anderen. Door vooraf van alles te bedenken wat er kon gebeuren. Zo duurde het lang voordat hij kon fietsen. En toen hij hoorde dat er ook giftige paddenstoelen waren, was hij uitermate alert op de gevaren: hij kon daar bij aanraking wel van alles krijgen. Bomen klimmen? Je kon er wel uit vallen. Hoe voorzichtig en risico avers TD aan de ene kant is, zo open minded en nieuwsgierig is hij aan de andere kant. Als je een gemiddeld kind een vraag stelt, kan hij/zij ongeveer 3 manieren van antwoord, geven. TD heeft wel 60 verschillende manieren van kijken. Al die ‘zienswijzen’ wil hij innerlijk nagaan, om pas daarná het antwoord te geven.
Jeroen en Stefanie: Toen J 2,5 was, vroeg hij ons waar zijn kleine zus was. Die ligt te slapen, zeiden wij. Hij antwoordde: ik vraag niet wat ze doet, maar waar ze is. Dit tekent zijn nauwgezetheid. Al van jongs af aan heeft hij een groot vocabulaire. Omdat S ons eerste kind is, viel dat ons niet op. Wij hebben heel lang niet in de gaten had dat hij een slim jongetje was, dus gingen er geen alarm bellen af.
Bernadette: mijn kinderen hebben een sterk innerlijk rechtvaardigheidsgevoel en snappen het vaak van hen verlangde automatische gezag voor autoriteit niet. In de praktijk betekent dat, dat mijn zoons bijvoorbeeld altijd hetzelfde ijsje krijgen als ikzelf eet. Ook zijn ze zeer sensitief. Het lijkt wel alsof ze gedachten kunnen lezen. Vaak weten mijn zoons al wat ik wil zeggen, voordat ik het gezegd heb. Ook wil een van mijn zoons altijd op blote voeten lopen. Juf zei: misschien wil hij lekker aarden. Laat hem lekker zichzelf zijn. Ik heb geleerd om de kinderen van jongs af aan zelf keuzes te laten maken. Dan ervaren ze ruimte en lukt het wél om afspraken te maken met elkaar. Het opvoeden is een groot proces in loslaten.
J&S: OP zijn 6e hebben we J laten testen. Vanaf 6 jaar kunnen kinderen een WISC test doen, die het kind op allerlei onderdelen test. Qua IQ en verbaliteit scoorde hij heel hoog. Dat betekende voor ons als ouders, dat we hem snel kunnen overschatten omdat hij verbaal zo vaardig is. Als volwassene kun je dan denken dat je met een begripvol en zelfredzaam persoon te maken hebt. Maar vervolgens als we naar emotionele aspecten kijken, dan is écht nog 6. Voor informatieverwerking, blokpatronen en het herkennen van overeenkomsten bleek hij vier jaar voor te liggen, rond de leeftijd van 11. Qua rekenen zat hij op 8,5 jaar en qua woordkennis en begrip van taal 9,5. Pas toen we deze scores onder ogen kregen, begrepen we hoe moeilijk hij het had op de kleuterschool. Het verklaarde al zijn stress symptomen, tics, en het bijna uitploppen van zijn ogen. Dat is een symptoom van adrenaline die zich ophoopt. Het ging helemaal niet goed. Op zijn 6e had hij een bore-out en heeft een poos thuis gezeten om tot rust te kommen. Hij zou opnieuw een groep moeten overslaan. Dan zou het een heel eenzaam traject worden. Hij had echter veel behoefte aan kinderen aan wie hij zich kon spiegelen.
Marian: Toen TD 3 was zei hij al enthousiast: ‘mem, als ik 4 ben, dan zit ik op school dan kan ik zoveel rekenen en schrijven als ik wil!!’ Ik heb, hoe klein de kinderen ook waren, het gevoel gehad dat ik altijd volwassen kinderen had. Ik kon al jong hele volwassen gesprekken met hen voeren. Dat is anders dan bij andere kinderen, merk ik. TD was op z’n 4e of 5e b.v. erg met Gadaffi in Libië bezig en stelde dan 1000 vragen. Welk kind van 4/5 jaar is daar nu mee bezig? Hij zag het op het nieuws. Hij onthoudt veel. Hij keek met andere kinderen mee naar het jeugdjournaal. Daar maakt hij dan zijn eigen verhaal van. Als een soort levende spons van dingen neemt hij dingen in zich op die hij interessant vindt. Hij leest niet eens zoveel. Haalt meer informatie uit waarnemingen van wat hij ziet in mensen, beelden, video’s. Waar hij nu als beginnend puber mee bezig is, zijn zaken als filmpjes van cabaretiers, Discovery, auto’s. Daar laat hij dan zijn eigen analyses op los. TD houdt van taal en geniet er als een cabaretier van om ermee te spelen. Nu hij 13 is, wil TD steeds meer zelf doen. Zelf zijn zaken regelen. Bijvoorbeeld de bus uitzoeken van onze woonplaats naar Leeuwarden. Zelf onthouden dat hij alles meeneemt: jas, portemonnee, tas, schoolspullen, gym kleding. Hij is ook alles al een keer kwijt geraakt. Wat betekende dat hij zelf naar het kantoor van Arriva belde om zijn zaken terug te halen. Dit zijn voor hem allemaal nieuwe dingen. Het is ongelooflijk fijn om te merken hoe goed zijn nieuwe school (Impuls in Leeuwarden) reageert op te laat komen. In plaats van straf en beschuldiging zeggen ze hier: tsja, dat kan gebeuren en gebeurt bijna alle kinderen een paar keer. Nu weet je hoe het wél moet en kun je het dus voortaan ook anders doen. Zij richten zich veel meer op zijn verantwoordelijkheidsgevoel. Recentelijk riep hij uit: Ik vind het toch zo goed van mezelf dat ik dit kan! Hij was verbaasd over eigen lef. Zowel voor hem als voor ons zijn al deze leermomenten een grote stap. Wij zijn redelijk makkelijk met de kinderen. Hier in het noorden moeten kinderen nu eenmaal lange stukken fietsen. TD fietste al vanaf zijn 5e 5,5km per keer heen en terug, alleen.
J&S: Onze dochter heeft een paar jaar lang veel minder aandacht gekregen dan ze verdiende. We snappen dat dit effect had op haar leven. Zij cijferde zichzelf weg. Ze zei: ik hoop dat ik nooit HB wordt, want dat lijkt me zo naar. J en zij schelen 2,5 jaar. Toen ik een keer op J mopperde, zei R: dat moet je niet doen mamma, hij heeft het al zo zwaar met HB. Zij legde dus zelf die relatie. We hebben haar nog niet laten testen. Ook zij loopt een jaar voor met alles. Dit jaar zit ze in groep 5 en rekent ze mee in 6. Ze is een slimme meid. J en zij zijn tegengesteld. J was gefrustreerd. “Ik zit m’n tijd te verdoen”. R is vooral blij als ze alles weet. Dit keer heeft school haar onderpresteren goed gesignaleerd. Ze is al veel verder dan de rest, en ze vind het spannend als er veel van haar verwacht wordt. In haar huidige klas doet ze met niks mee met het huidige programma. Zij doet alles op een ander niveau maar is gelukkig met haar vriendinnen. Dit jaar gaan we kijken wat voor haar een goede oplossing is. Gelukkig zijn J en R dol op elkaar en spelen ze veel samen.
Marian: Op school toen TD klein was, ging hij naar de Jenaplan school in D. Daar draaide hij relatief gewoon mee. Wel vroeg hij veel aandacht van docenten. Hij had veel vragen over ‘omliggende’ dingen. Hij kan zo 100 vragen per dag stellen. Hij weet dan niet precies hoe de docent het je bedoelt, wat diens perspectief is en hoe hij dat kan plaatsen/begrijpen. Hij heeft veel vragen nodig om er zelf iets mee te kunnen, om zijn eigen perspectief te vinden in alle perspectieven die hij bedenkt. Hij kreeg het moeilijker in de hogere klassen van de lagere school. Er was één juf die inzag dat hij slimmer was dan geïnterpreteerd werd en dat TD andere stof nodig heeft. Mede door haar initiatief is hij voor de topklas aangemeld, daar bloeide hij echt op. 30x dezelfde som maken is niets voor hem. Dan verveelt hij zich en ging hij klieren. Terwijl als je hem uitdaagt…. TD is niet iemand die primair iemand onderuit wil halen, maar zocht wél uitdaging. Die topklas vond hij fantastisch, dat wilde hij iedere dag wel heen.
Jeroen en Stefanie: Pas in groep twee begonnen de problemen. J gaf twee keer aan: “als dit het leven is, dan wil ik niet meer. Ik voel me zo anders. Niemand begrijp me. Ik verveel me op school. Ik leer nooit iets nieuws“. In het kringgesprek wilde hij zijn interesse delen over Naturalis. De regel was: anderen moeten luisteren. Andere kindjes konden hem niet volgen. Omgekeerd vond hij verhalen over appelmoes eten bij oma zeer oninteressant. Omdat hij ‘emotioneel niet stevig was’ hebben de onderwijzers hem 2,5 jaar laten kleuteren. J weigerde om mee te doen aan rijtjes oefenen. Dan zeiden zij: ja hij is niet geïnteresseerd. Pas in groep twee kwamen ze er achter dat hij alle kennis van groep drie al had. Hij werd door geschoven naar groep 4 en riep ook toen al de antwoorden opvragen van groep 5 door de klas. Dat vonden klasgenoten zeer irritant. Andere kinderen gaan mogelijk onderpresteren, J wil juist laten zien wat hij wist. Juffen maakten inschattingsfouten, omdat ook hij natuurlijk fouten maakt.
Zembla besteedde in 2017 een uitzending aan Thuiszitters. Na die uitzending heeft Sander Dekker een thuiszitterspact gesloten met schoolbesturen en gemeenten: elke thuiszitter moet een passende onderwijsplek krijgen. Jeroen en Stefanie: Waar wij ons over verwonderden, toen J een tijd lang ziek thuis was, heeft hij van een kennis schaaklessen gekregen. En we hebben hem op keyboard les gedaan. Nog geen half jaar later speelde hij op Koningsdag. En kreeg een prijs voor beste muzikant! Toen hij thuis was heeft hij zich heel erop gestort. Nu zit hij op atletiek en hockey. We geven hem veel vrijheid. Hij mag dingen uitproberen. Wel laten we het hem bewust een half jaar proberen om ook te leren ‘leren’ en ‘volhouden’. We kunnen nu op een hele normale manier met hem in gesprek. Laatst zei hij, ik ben bijna 10 en hij vond het tijd voor meer zelfstandigheid. Slim als hij was zei hij: dan moet ik natuurlijk wel bereikbaar zijn! Dus kreeg hij een telefoon.
Jeroen en Stefanie: Uiteindelijk adviseerde de juf, nadat wij J hadden laten testen: hebben jullie wel eens aan fulltime HB onderwijs gedacht? Dat had ook voor onszelf grote consequenties. Stefanie rijdt nu per dag 200 kilometer om J naar de Da Vinci school de Carrousel in Zevenaar te brengen en heeft daarom in die buurt een baan geacht. Kinderen met een IQ van 145+ verschillen sterk van kinderen met 130. In Zevenaar wordt het onderwijs heel compact aangeboden. Het is Top down onderwijs. Normaal gaat het bottom up, stap voor stap langs de leerlijn. Op zijn nieuwe school bieden ze bijvoorbeeld het totale numerieke systeem aan en checken ze wat je weet. Deze kinderen willen eerst het doel uitgelegd krijgen, het hele plaatje zien, om er dan razendsnel door heen te gaan. Ze willen geen herhaling!! En ze hebben daarnaast een breed pakket aan aanvullende vakken als: als met robots programmeren, toneel, Engels, debatteren programmeren, Chinees. De reguliere lessen zijn zeer gecomprimeerd. Ze krijgen juist zaken aangeboden die ze niet op de middelbare school krijgen.
Marian: Wij waren blij met de eerlijkheid van TD’s mentor in de brugklas: wij kunnen hem niet de begeleiding geven die hij nodig heeft. In dat gesprek kwamen diverse mogelijkheden voor onderwijs aan bod. Zo ook Impuls, een VMBO/HAVO/VWO school in Leeuwarden. Wat TD direct aansprak bij impuls is dat zij een ‘community’ hebben, hij wilde graag zelf in een community over beleggen. TD wil later rijk worden en hij vindt economie en geld beleggen razend interessant. Op Impuls zijn geen docenten, maar coaches. Er zijn veel minder toetsen en er wordt vooral integraal en in projectvorm gewerkt. Ieder kind heeft een coach met wie hij veel gesprekken voert en zit 3 jaar lang in dezelfde coachgroep. Als TD naar deze school wilde, zou hij zelf moeten reageren en een presentatie maken. Dat heeft hij gedaan. Hij heeft een presentatie over zichzelf gemaakt, waarom het niet lukte op zijn huidige school en wat hij van en bij Impuls verwachtte. Hij toonde lef en ging goed om met de sociaal ongemakkelijk maar zeer slimme leerling die de coach had uitgenodigd voor het gesprek. Mijn man en ik zagen zijn enthousiasme groeien. Ook toen de coach in alle eerlijkheid vertelde dat hij op deze school ook veel lawaai zou moeten (leren) verdragen. Zijn coach is een jonge meid van 22. We hebben met bewondering gekeken hoe zij doorvroeg, en doorvroeg en doorvroeg. Na de zomervakantie was TD zenuwachtig voor de start. Hij vroeg zich benauwd af: gaat het huiswerk dan straks op dezelfde manier als op de oude school? Impuls stelde gerust. Ze zeiden: voor ons is het belangrijk dat jij eerst goed in je vel zit. Als je niet goed in je vel zit, kun je ook niet leren. In de eerste week moest hij met anderen een high tea organiseren. Zo doende leren ze: hoe is de thee verbouwd, hoe is het verwerkt, welke soorten zijn er. Zo leert hij jong samenwerken met mensen die een andere intelligentie hebben dan hij. Op zijn oude school had hij meerdere vakken per dag, hier twee vakken, Frans en Wiskunde in blokuren. Hij heeft een talenknobbel en met Frans liep hij voor. Dat gaf hem een goed gevoel, dat hij het in z’n macht heeft. Wij hadden wel twijfels: hoe zit het met examens, toetsen, het niveau Een collega stelde me gerust. Zij zei: Marian, al mijn HB kinderen zijn naar impuls geweest, de kinderen hebben geleerd om samen te werken en in projecten te werken. En haar kinderen zitten inmiddels op Harvard en in Israël. Dat gaf me vertrouwen en de geruststelling om mijn voorliefde voor vastigheid los te laten.
Bernadette: Het opvoeden van twee HB kinderen waarvan één is gediagnosticeerd met autisme is topsport. Ik heb moeten leren, dat ikzelf, ook HB en HSPer, veel moet rusten om te herstellen, te verwerken wat er op een dag gebeurt om mijn zoons antwoorden te kunnen geven op al hun vragen en hen de structuur te bieden die zij nodig hebben. 10 uur slaap per nacht is voor mij eigenlijk minimaal en soms moet ik dan overdag nog bijtanken. Ik zou graag meer lichtheid willen ervaren. Gelukkig heeft het begeleiden van mijn kinderen ook veel leuke kanten. Wat ik heerlijk vind, is dat ze veel begrijpen. Je kunt veel uitleggen. Ik kan zeken gewoon uitleggen in mensentaal. Bijvoorbeeld naar de tandarts gaan. Dan moet ik uitleggen over bacteriën. Mijn oudste weet heel veel over vogels. Hij had gisteren een sneeuwuil gezien. Weet dan dat er maar een paar van in Nederland zijn. Ze stellen leuke vragen en denken ongelooflijk diep na: waarom is rood eerst dan oranje in een regenboog? Waarom hebben al die regenbogen overal ter wereld dezelfde kleurenvolgorde?
J&S: Wat opvoeding van onze kinderen bijzonder maakt? Het is heerlijk om kinderen te hebben waar je goed mee kunt praten, die belangstelling hebben voor de wereld. De laatste twee jaar gaat zit J goed in zijn vel. Gesprekken ‘s ochtends vroeg over politiek. Bij de laatste verkiezingen heeft hij alle verkiezingsprogramma’s gelezen. Hij was benieuwd naar wat de politici wilden bereiken. Hij is zo nieuwsgierig, wil graag doorgronden wat er gebeurt en waarom. Hij ging dan ook aan iedereen vragen wat ze gingen stemmen. Hij heeft hyperfocus en kan zich in periodes sterk verdiepen in bepaalde onderwerpen. We genieten ook van hun creativiteit. J en onze dochter R lezen rustig alle boeken van Harry Potter achter elkaar uit. J weet dan alle toverspreuken uit zijn hoofd. Hij probeert die ook uit en samen met zijn zus maakt hij er toneelstukjes van.
Wat is in jouw visie belangrijk in de opvoeding van een kind met een ‘bijzonder brein en sensitieve inborst’? TD (13 jaar): Durf ook met het kind er over te praten.
Wat zou jij tegen ouders willen zeggen/adviseren? TD: Stel vragen en luister. Kijk breed. De oplossing ligt niet altijd bij het probleem soms ligt de oplossing wel een stuk verder en ga vooral wat doen en zoek uit waar en hoe je je kind kan helpen blijf niet staan kijken hoe je kind nog verder “in de stront zakt”. Wees niet bang om risico’s te nemen.
Wat is fijn voor jou? TD: Vooral vertrouwen en mensen die geduld hebben en moeite willen doen.
Wat gaat er goed/kan er eventueel nog beter? Luisteren en samenwerken denk ik.
Wat zou jij scholen en docenten willen adviseren voor de begeleiding van jou? TD: Heb geduld kinderen kunnen niet alles in tien minuten uitleggen en zorg dat ze jou ook leren kennen dan is het makkelijker te overleggen.
Welke vraag zou je van mij willen ontvangen en wat is daarop jouw antwoord? TD: Wat zou je tegen jezelf zeggen als je met jezelf 1 jaar terug kon praten? Ik zou zeggen tegen mezelf dat ik me moest leren aanpassen en me best doen meer niet want ik heb wel veel ervaring opgedaan.
Waarom behalen zoveel hoogbegaafden geen diploma – Universiteit Vlaanderen (15 min)
In 2019 willen wij ons vanuit Haagse Hoogvliegers inzetten voor meer passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Idealiter krijgen zij vanaf 1,5 de mogelijkheid om spelen en leren in eigen tempo te ontwikkelen. Wil je meedenken en doen hoe ‘ideaal’ onderwijs en begeleiding van bovengemiddeld slimme kinderen te realiseren, meld je dan alvast aan. Zodra we aan de slag gaan, laten we het je weten en kun je dan bekijken op welke manier je jouw bijdrage wilt leveren. Mail je interesse naar: petra.hiemstra@haagsehoogvliegers.nl
Vanwege de privacy zijn alle ouders enkel met voornaam en de kinderen met hun initialen genoemd. Vragen of reacties naar aanleiding van dit artikel? Stuur ze graag naar: petra.hiemstra@haagsehoogvliegers.nl