Luisterrollen – Welke zijn er eigenlijk? In het begeleiden van mensen in hun proces ‘van talent naar meesterschap’, ‘van pijn naar welzijn’ en van ‘intuïtie naar synchroniciteit’, wisselen grootluisteraars hun gesprekstechnieken af.
In dit artikel lees je meer over verschillende luisterrollen die er zijn en wanneer je ze in een gespreksproces kunt toepassen.
door Petra Hiemstra, 15 augustus 2024
Als ik coach, wissel ik mijn luisterrollen af. Doorgaans volg ik ongeveer deze ‘route’:
Als een coachee voor de eerste keer komt, hebben we elkaar meestal al aan de telefoon gesproken. De coachee heeft in dat gesprek intuïtief aangevoeld of zijn of haar verhaal bij mij in goede oren landt. Ze checken of mijn oren ‘groot genoeg zijn’. Vaak ‘radaren ze mij’. Ze gaan bewust of onbewust na of ik” slim, sterk en snel genoeg” ben om hun hele verhaal te horen. Of ik hen helemaal kan omarmen met al hun talenten, gebreken en eigen-aardigheden. En omdat ik doorgaans met talentvolle, ambitieuze en soms buitengewoon slimme mensen werk, is dat ook logisch! Juist deze mensen hebben behoefte aan iemand die ál hun talenten kan zien en stimuleren.
Als mijn coachees voldoende vertrouwen hebben in mij, mijn gidsfunctie en in de ‘heilige veilige luisterruimte die ik bied’ (een begrip van Margareth Guenther uit Holy Listening – maree brown noemt het een ‘Brave Space’) ervaren zij rust. Dan kunnen zij vanuit een ontspannen aanwezigheid het innerlijke werk doen, dat gedaan moet worden.
Vaak is een uitnodigend ‘Vertel!’ voldoende om van start te gaan …
In het begin van het traject, dat gemiddeld uit 6 gesprekken van 1,5 uur bestaat, luister ik veel. Stel ik veel oprecht geïnteresseerde open vragen. Al grootluistererend GIDS ik de ander, aan de hand van diens coachvraag, naar de diepere coachvraag of vragen en vervolgens naar diens Telos (hoogste potentieel/doel). In die zin voel ik me soms net een vuurtoren die als echte logo-therapeut geduldig haar schijnwerpers op de hoop gericht houdt, zodat de coachee daarop kan varen en koersen.
Gelukkig geeft het handboek dat ik gebruik, en wat door veel van mijn coachees al voor de start grotendeels wordt ingevuld, een goed inzicht in wat écht belangrijk en wezenlijk kan zijn. Met deze thema’s gaan we aan de slag.
Zeker in de eerste twee gesprekken, stel ik veel vragen om helder te krijgen waar het écht om gaat. Natuurlijk wil ik zélf goed begrijpen waar het over gaat, en of ik alle belangrijke feiten, gevoelens en doelstellingen helder heb. Maar veel belangrijker is dat de coachee zelf meer inzicht krijgt in wat diens diepere wensen, waarden, verlangens en vraagstukken zijn.
Samen luisteren we naar de antwoorden en beelden die bij ons opkomen. Regelmatig check of de coachee zijn of haar eigen vragen en antwoorden ook goed gehoord heeft.
Als we samen stil gestaan hebben bij de biografie, het genogram (inclusief alle trauma’s én talenten van alle bekende voorouders) en de plek van mijn coachee in diens familie en/of organisatiesysteem, zoomen we – als dat passend is – dieper in op (intergenerationele) pijn, parels en patronen die aanwezig zijn of nog ontwikkeld mogen worden. We gaan na of alle pijn en parels voldoende erkenning hebben gekregen, vanuit het persoonlijke én het grotere perspectief.
Onze voorouders hebben meestal hun uiterste best gedaan om ons naar beste eer, geweten en mogelijkheden op te voeden. Ons te geven wat zij dachten dat goed was. Hun mogelijkheden en handelen werden beïnvloed door hun (voor)ouders, of hun ouders voldoende steun kregen van hun gemeenschap, of zij voldoende voedsel en onderwijs konden genieten en of zij in tijden van oorlog of vrede geboren werden en opgroeiden.
In dit artikel schreef ik hoe je erkenningsgericht kunt luisteren. Als coach kun je bijvoorbeeld erkenning geven voor het verhaal van de coachee zelf samen te vatten, dit te parafraseren, door gevoelens te benoemen of door op het gesprokene te reflecteren. Pas als een coachee voldoende erkenning gekregen heeft voor wat er écht toe doet, kunnen we verder.
Soms kan het wenselijk en nuttig zijn om een coachee uit te nodigen om éérst een rouwcoach te bezoeken of bijvoorbeeld om één of meerdere keren te gaan boksen om frustraties of gevoelens van boosheid, onmacht, verdriet ook fysiek te ontladen, voor we verder kunnen schrijven aan het verhaal dat zich tussen ons ontvouwt.
Als coach weet ik heel goed, wat ik wél en niet goed kan en voor welke stukken ik beter collega’s kan inschakelen. Dat is de reden dat ik steeds meer in de vorm van PLUS-trajecten ben gaan werken. Deze geven de coachee voldoende ruimte om in alle rust en diepte echt te doen wat nodig is voor meer innerlijke heling, bewustwording en blijmoedigheid.
Als grootluisteraar gebruiken we ons lichaam als een ‘resonantie-instrument’. Een instrument dat signalen kan ontvangen en versterken, zodat de spreker ze daardoor zelf ook beter kan waarnemen. Hoe beter we ons lichaam kennen en het hele bereik van ons instrumentarium durven voelen en gebruiken, hoe beter we samen met de ander muziek kunnen maken.
Mijn intuïtie helpt mij, als grootluisteraar, om inzicht in het onbekende (verborgen potentieel) te verwerven. Als je als grootluisteraar echt ontvankelijk bent voor het hele verhaal van de ander, kun je naast de gesproken woorden ook veel subtiele signalen, klanken, beelden, trillingen, impulsen, lichtschaduwen en energieën met je lichaam waarnemen. Zodat je die aan de ander of het team waarmee je werkt, kunt terugspiegelen.
Zeker als we zijn aangekomen bij het ombuigen van niet meer helpende gedachtes en overtuigingen, voel ik mij als grootluisteraar als een ‘VERWENTELAAR’. Verwenteling is een begrip uit de schapenhouderij. Een schaap dat op zijn rug ligt, noemt men een verwenteld schaap. Verwentelaars helpen een ‘schaap’ vakkundig om weer op vier benen/poten te staan, zodat het zijn weg goed (of beter/lichter/wijzer) kan vervolgen.
Grootluisteren is meesterschap. Het is een hele kunst en kunde om te weten wanneer je welke vraag stelt en wanneer juist niet. Gaandeweg leer je steeds beter om gericht erkenning te geven en te weten wanneer je een gesprek of proces moet vertragen, om tot meer verdieping en heling te komen, en wanneer je juist moet versnellen, om en Iets wat ik als coach echt heb moeten leren, is om écht te ZIJN met de pijn en machteloosheid van de ander. Om daar empathisch op te reageren en er niet (te snel) van weg te bewegen.
Gelukkig duurt zelfs de meest heftige huilbui nooit eindeloos en is doorgaans een minuut of 20 genoeg om de aanwezige pijn alle ruimte te geven die het verdiend. Dan kan de pijn verzachten en van vorm veranderen. Hoe meer ruimte ik aan dit proces geef en in mezelf en voor de ander weet te creëren, hoe makkelijker en soepeler dit gaat, is mijn ervaring.
Doorgaans breekt na sessie 4 een periode van 6 tot 8 weken aan waarin ik mijn coachee volg. Samen hebben we dan uitgebreid stilgestaan bij diens biografie, pijn, plek, parels en patronen. De coachee kent diens kernwaarden, kwaliteiten en weet hoe hij of zij zich wil ontwikkelen. Niet-meer-helpende overtuigingen hebben we samen omgebogen. Naast perfectionisme hebben we prutmarge ingebouwd. Systemische vragen zijn onderzocht. Moodboards gemaakt, dromen zijn gevisualiseerd en 360-graden reflecties zijn uitgevraagd. Al die reflecties hebben we samengevat in heldere doelstellingen op 8 leefgebieden.
Als dit alles achter de rug is, is het moment aangebroken voor de ‘diepzielduik’ – tijd om al het besprokene te laten bezinken en te onderzoeken of er nog meer opgediept wil worden, vanuit de schatkamer van de eigen ziel. Is er een roeping die fluistert? Iets wat door de coachee wil ontstaan, gebeuren, ontvangen of worden ondernomen?
In reguliere coachtrajecten duurt deze fase, waarin ik vooral volgend aanwezig ben (en zo nodig het ‘vangnet’ ben) zo’n 6 tot 8 weken. Als er sprake is van een depressie, burn- of bore out kan deze fase langer duren.
Meestal kunnen mijn coachees goed aangeven waar ze ‘onderin de U’ (in hun proces van transformatie) zitten. Of ze nog voor of al na het middelpunt aanwezig zijn. Zodra ze het middelpunt voorbij zijn, kunnen ze gaan ‘lopen’. Kunnen ze actief met alle aanreikte suggesties aan de slag. En nodig ik hen uit tot 60 acties om de gewenste baan/partner/levensstijl te vinden of te creëren.
Voor ons beiden vraagt deze fase vertrouwen. Uit eigen ervaring weet ik dat het door deze fase van niet-weten heengaan soms voelt als de sprong van de hoge duikplank. Je doet je ogen dicht, springt en hoopt maar dat je op het juiste moment vanuit de donkerte het leven weer in kunt stappen. De kunst is om je te laten meevoeren door de ‘draaikolk’ die je als vanzelf weer naar boven katapulteert als je bij de bodem bent aanbeland. Zelf heb ik iedere zomer tenminste 2 weken de tijd nodig voor dit eenzame (ik noem het liever eensame) innerlijke ‘huiswerk’. Mij helpt het om me op een fijne plek terug te trekken, in een omgeving waar ik voldoende kan wandelen en in de natuur kan zijn, zodat ik me weer goed met mijn eigen natuur kan verbinden.
Het liefst kietel ik mijn coachees een klein beetje. Probeer ik doelstellingen zo klein te maken dat ze makkelijk haalbaar zijn. Doorgaans is een klein beetje liefdevol duw en trekwerk voldoende om de ander in beweging en aan de gang te krijgen. Soms niet. Als je al je grootluistervragen, reflecties en opstellingen werk hebt geprobeerd, dan is het fijn om nóg een optie in je trukendoos te hebben: provocatief coachen. Coachees voelen intuïtief aan of je bereid bent om dit instrument in te zetten.
Van Jaap Hollander en Jeffrey Wijnberg, die de methodiek provocatief coachen op de kaart zetten en er een heel grappig boek over schreven, heb ik geleerd dat er 3 zaken nodig zijn voor je de ander (een klein beetje) kan en mag provoceren: vertrouwen, liefde en humor.
Wat je bij provocatief coachen eigenlijk doet, is de ander liefdevol aan zijn staart trekken. Door bijvoorbeeld te zeggen: Dat? Dat kan (jij) echt niet?! Hoe bozer of verontwaardigder de coachee wordt, hoe meer zijn of haar innerlijke wil wordt aangewakkerd om juist het tegenovergestelde (en dus de eigenlijke wens) te willen verdedigen en dus ook bereiken.
Pas als mijn coachees gaan ‘lopen’ – en dat is doorgaans na sessie 4 – ga ik ‘sturen’. Als dat ok is voor mijn coachee tenminste. Dat betekent dat ik hen actief literatuur en gedragstips aanreik. Ik stel hen ‘warm’ voor aan collega trainers voor bijvoorbeeld aanvullende sessies of dagtrainingen. Zo groeien zij gestaag in hun persoonlijke, zakelijke of maatschappelijke leiderschap.
In deze fase breng ik mijn coachees in contact met gesprekspartners die hun dromen gericht een stap verder kunnen brengen. Ik denk of schrijf actief mee aan CV’s of Linkedin Profielen en aarzel niet om bijvoorbeeld adviezen te geven over etiquette, woordgebruik of ‘boardroom presence’.
Doorgaans bereikt 95% van mijn coachees via deze route ook 95% van de doelstellingen die we samen geformuleerd hebben gedurende het traject. En dat meestal al binnen een jaar! Soms iets langer, soms iets korter.
Soms vinden coachees het fijn om in het erop volgende jaar nog 1 of 2 keer terug te komen. Dan noemen we het ook geen coaching meer, maar commissariaat. De coachee is immers goed op weg. Deze coachees hebben vooral behoefte aan mij als ‘getuige’.
Niet voor niets zijn ‘getuigen’ verplicht bij een huwelijk. Het vragen van getuigen betekent vragen: wil je me bijstaan in het leven waar ik voor kies, met alle hoogte- en dieptepunten die dat met zich meebrengt? Het is ontzettend fijn om een partner aan je zijde te hebben in je leven. En als je getuigen hebt, die bereid zijn om met jou en je partner(s) mee te lopen tijdens je huwelijk. Toch trouwt niet iedereen. En kan het ook heel fijn zijn om een ‘getuige’ te hebben voor je professionele leven. Iemand die jou, je geschiedenis, waarden, normen en doelstellingen goed kent. Een getuige biedt een luisterend oor en diepgaande reflecties. Dat kan een coach, persoonlijk commissaris, intervisiegenoot of accountability partner zijn. In deze gesprekken ligt de focus op verdieping, verbreding, innerlijke verrijking en zelfverwerkelijking.
En tenslotte, heel belangrijk, is het zowel voor de coachee als voor de coach belangrijk om voldoende te genieten van het proces. EN van de (tussentijdse) resultaten natuurlijk!
Als ik mijn werk, als grootluisteraar, goed heb gedaan, zegt mijn coachee: ik heb het helemaal zélf gedaan! En zo ís het ook! Vaak zijn ze verrast als we tussentijds of soms aan het einde nog eens terugkijken naar de cijfers die zij zichzelf gaven voor verschillende leefgebieden. Ongemerkt is er vaak ontzettend veel veranderd en verbeterd in soms maar enkele weken tijd.
In vrijwel ieder coachtraject zijn er vaak vele momenten van kleine en soms grote vreugde. Heel soms zie ik voor mijn ogen allerlei kwartjes vallen. Dan is het net alsof mijn coachee en ik de jackpot winnen. Soms gebeurt het ook tussen de sessies door of na afloop van het traject. Recentelijk kwam een coachee na 8 jaar met bubbels langs. Ze had bereikt wat ze wilde, en ze wilde dat samen vieren. Superleuk natuurlijk!
Gemiddeld dient de synchroniciteit waar we naar op zoek gaan, zich gelukkig eerder aan. Meestal al rond sessie 5 of 6. Als hoofd-hart-buik-handen-handelen-en-context goed op elkaar is afgestemd gaat het leven stromen. Dat is en blijft een magisch proces. Na al die jaren weet ik wel dát het werkt, maar nog steeds niet hoe precies 🙂 Wel maakt mijn hart steeds opnieuw sprongetjes. Bijvoorbeeld als ik hoor: “Ik werd zomaar, uit het niets, gebeld voor een supergave opdracht!” Of: “We hebben niet ons droomhuis gevonden, maar wel het huis waarin we al onze dromen kunnen realiseren. En nog voor een goede prijs ook!”
Ik wens je veel grootluistergenoegen toe!
Heb je inzichten die je na het lezen van dit artikel wil delen? Of aanvullende tips of luisterrollen die aan dit overzicht kunnen worden toegevoegd? Deel je reflecties of feedforward graag op: petra.hiemstra@haagsehoogvliegers.nl