Troonrede 2024 Luisteren alleen is niet (meer) genoeg – burgers willen grootgeluisterd worden

Troonrede 2024 Luisteren Alleen Is Niet Genoeg

Troonrede 2024 Luisteren Alleen Is Niet Genoeg – Vandaag is het weer zo ver. Als politici en burgers zetten we ons mooiste hoedje weer op en ons beste beentje voor. Om te luisteren naar de woorden van onze Koning Willem-Alexander natuurlijk. In de troonredes van de laatste drie jaar komt het thema luisteren steeds prominenter naar voren. Ik hoop dat onze nieuwe regering bij monde van koning Willem Alexander vandaag een stap verder gaat. En dat het dit jaar behalve over luisteren ook over gehoorgeven en grootluisteren mag gaan …

De toekomst vraagt immers van ons dat we elkaar grootluisteren en gehoor geven aan wat we horen. Dat we groot genoeg luisteren zodat we kunnen horen wat de toekomst van ons nodig heeft. Dat we de moed hebben om ons uit te spreken en dat we moedig genoeg zijn om stil te gaan zitten en te luisteren naar wat écht gehoord wil worden. 

door Petra Hiemstra, 19 augustus 2024, bijgewerkt 17 augustus 2024

Troonrede 2024 – Luisteren alleen is niet genoeg

In een tijd van maatschappelijke uitdagingen en politieke spanningen, is het de taak van de Koning om niet alleen te spreken, maar ook om ons, als natie, te herinneren aan een fundamentele waarheid: luisteren is niet genoeg.

Want zeg nou zelf: als iemand tegen je zegt, of dat nu je kind, partner, collega of manager is, “ik heb je gehoord”. Voel je je dan ook gehoord? Is dat bevredigend? Of wil je méér dan dat?

Burgers hebben er behoefte aan grootgeluisterd te worden. Zij wensen zich medeburgers, ambtenaren en politici die gericht en gelaagd naar hen luisteren en vervolgens daadwerkelijk gehoor gegeven aan wat zij horen. Dat kan zijn door helder de grenzen van het mogelijke aan te geven (er spelen immers altijd meerdere belangen en wetten) of juist om samen op zoek te gaan naar de vraag: hoe kan het wél?

Bestuurskundige Nikol Hopman noemt die vorm van aandachtig luisteren en gehoor geven: obediënt luisteren.

Bestaan ze? Grootluisterende politici?

Jazeker. Politici die goed luisteren, worden vaak geprezen om hun vermogen om zich in te leven in anderen en om te gaan met complexe problemen met een open oor. Hieronder vind je enkele voorbeelden:

Angela Merkel, voormalig bondskanselier van Duitsland, stond bekend om haar kalme, analytische stijl en haar vermogen om naar verschillende partijen te luisteren voordat ze een beslissing nam. Ze was beroemd om haar vermogen om geduldig te luisteren naar meningen en zorgen van anderen, zowel binnen haar eigen partij als daarbuiten, en deze in overweging te nemen bij het formuleren van beleid. Zij stond vooral voor waardigheid: “When it comes to human dignity, we cannot make compromises.”

De voormalige premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, staat bekend om haar medeleven en haar vermogen om naar verschillende groepen in de samenleving te luisteren. Tijdens crisissituaties, zoals de terroristische aanslag in Christchurch, liet ze zien hoe belangrijk luisteren en empathie zijn voor leiderschap. Ze nam de tijd om persoonlijk te spreken met de getroffenen en hun zorgen serieus te nemen.

Sigrid Kaag, oud-leider van D66 en voormalig minister van Financiën, wordt gewaardeerd om haar diplomatieke stijl en haar vermogen om naar verschillende perspectieven te luisteren. Ze heeft een achtergrond in internationale diplomatie, wat haar luistervaardigheden heeft aangescherpt, vooral in het omgaan met complexe en gevoelige kwesties. Zij zoekt steeds en gestaag naar de win-win voor alle partijen en lijkt daarbij het motto van John F. Kennedy omarmd te hebben: “Let us never negotiate out of fear. But let us never fear to negotiate.”

Luisteren vergroot kansengelijkheid en voorkomt discriminatie

Koning Willem Alexander benoemde het belang van luisteren in 2020 voor het eerst expliciet. Hij koppelde het belang van luisteren op dat moment vooral aan het vergroten van kansengelijkheid en het voorkomen van discriminatie. Hij zei:

“Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren.”

In 2023 bouwt hij verder op die gedachte en sprak hij: “Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het eerste gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen. Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien. Er is nog altijd discriminatie en racistische uitsluiting in de samenleving. Ook daarom blijft de verwerking van het slavernijverleden juist na dit herdenkingsjaar in het hele Koninkrijk hoog op de agenda staan. Zodat we na erkenning en excuses samen mogen werken aan heling, verzoening en herstel.”

Democratie betekent luisteren naar elkaars visie, verhalen en waarden

De laatste jaren hebben we gezien hoe het sociale weefsel van Nederland onder druk staat. De kloof tussen politiek en burger, stad en platteland, jong en oud lijkt steeds groter te worden. In de troonrede van 2023 benadrukte Koning Willem Alexander het belang van Deep Democracy, door te zeggen:

“Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal. Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt. En juist in het gewone dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in kerken en moskeeën, in sportverenigingen en in gezinsverband – worden verschillen overbrugd en ontstaat onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief.”

De Troonrede biedt een kans om zorgen serieus te nemen

De Troonrede is een moment waarop de regering kan laten zien dat zij niet alleen de signalen uit de samenleving opvangt, maar ook concrete stappen onderneemt om aan die zorgen tegemoet te komen.

Dit jaar zal het, misschien meer dan ooit, aankomen op de vraag: hoe kunnen we niet alleen luisteren, maar ook gehoor geven?

Begin dit jaar bracht Ombudsman Reinier van Zutphen het jaarverslag 2023 Burgerperspectief: een manier van doen uit. De conclusie uit dit rapport is, dat de overheid te vaak vasthoudt aan regels en procedures. De schrijvers hebben daar een uitgesproken oordeel over: “De overheid handelt nog te weinig vanuit de vraag: wat is een behoorlijke manier van doen? Terwijl het antwoord vaak eenvoudig is: persoonlijk contact en luisteren naar de behoeften van burgers en kinderen.”

De NOS vat het rapport in het artikel Ombudsman: overheid moet eindelijk eens leren luisteren zo samen: “Een ander punt van kritiek, ook in lijn met eerdere klachten van de ombudsman, is dat de overheid slecht leert van eerdere fouten. De ombudsman heeft na het onderzoek naar situaties waarin burgers gedupeerd werden vastgesteld dat de overheid te veel wil sturen op financiële controle en verantwoording.

Het meest notoire voorbeeld daarvan is de kinderopvangtoeslagaffaire: “Het proces wordt (…) traag en ingewikkeld, terwijl burgers juist een duidelijke, eenvoudige en snelle afwikkeling willen.”

Als verklaring voor die hardleersheid zien de ombudsmannen de sterke neiging van de overheid om langs formele weg met burgers te communiceren. “Het lijkt alsof het antwoorden volgens het systeem, de overheid meer zekerheid biedt dan serieus in gesprek te gaan met burgers, op zoek naar een passende oplossing.”

Daar ga ik helaas niet over

De  ombudsman van de Metropool Amsterdam, Munish Ramlal, herkent bovenstaande situaties. Hij maakte een podcast met de titel ‘Daar ga ik helaas niet over’. Met deze podcast wil hij de stem van mensen zelf laten horen aan ambtenaren en bestuurders, in de hoop dat hun nieuwsgierigheid groeit.

Zelf geniet Ramlal van levendige gesprekken met burgers. Hij en zijn collega kinderombudsman  Annemarie Tuzgöl-Broekhoven trekken graag de stad in met hun Ombulance om direct met burgers te spreken en zo de afstand tussen burgers en hun vertegenwoordigers te verkleinen. Hij vertelt: “Bewoners die met een probleem met hun gemeente worstelen en daar niet uit komen, voelen zich vaak machteloos en in de steek gelaten. Helaas dienen ze vaak geen klacht in bij de gemeente en ook niet bij mij als ombudsman. Soms weten ze niet wat we voor hen kunnen betekenen. Of ze vinden het lastig om iets aan te kaarten. Door hen laagdrempelig in hun eigen buurt op te zoeken en in gesprek te gaan hopen we dat ze bij problemen het er niet bij laten zitten. Als mensen níet meer gaan klagen, dan moeten we ons zorgen gaan maken.”

Van luisteren naar handelen

Het verschil tussen horen en luisteren wordt vaak onderschat. In de politieke arena kan dit verschil het vertrouwen van de burger in het bestuur maken of breken. Horen is passief (ik heb je gehoord). Luisteren is actief (ik luister aandachtig naar wat je zegt). Grootluisteren is de overtreffende trap van luisteren en betekent: gehoor (en erkenning) geven en actie ondernemen. Immers: zonder het ontvangen van gepaste erkennig, kunnen mensen niet verder schrijven aan hun gezamenlijke verhaal. Voor de regering betekent grootluisteren niet alleen dat zij handelend moet reageren op de meest urgente kwesties. Maar ook dat zij anticipeert op de lange termijn gevolgen van haar beleid.

We hebben gezien hoe crises zoals de coronapandemie, klimaatverandering en de toeslagenaffaire diepe wonden hebben geslagen in het vertrouwen tussen overheid en burger. In elke crisis, of het nu gaat om de huizencrisis gaat, het lerarentekort, het geweld tegen zorgpersoneel of om bijvoorbeeld geluidsoverlast door buren of Schiphol, er komen altijd signalen uit de samenleving. Mensen roepen om hulp, om gerechtigheid en erkenning. Te vaak duurt het te lang voordat die roep wordt beantwoord met daadwerkelijke, passende en doeltreffende actie.

De Troonrede zou dit jaar moeten fungeren als een baken van hoop, niet door de uitdagingen te bagatelliseren, maar door te laten zien dat er werkelijk geluisterd wordt en dat er bereidheid is om te handelen naar wat er gehoord wordt. Dit betekent niet alleen het presenteren van beleidsplannen, maar ook het tonen van een oprechte inzet om te veranderen, om fouten te herstellen en om vooruit te kijken.

Een regering die gehoor geeft

Koning Willem-Alexander heeft in zijn eerdere toespraken herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de menselijke maat, voor het belang van empathie in bestuur en politiek. Dit jaar zou de Troonrede verder moeten gaan. Het zou niet alleen moeten gaan over het herstellen van vertrouwen, maar over het creëren van een nieuwe dynamiek waarin (groot)luisteren onlosmakelijk verbonden is met actie.

Een sleutelvraag die de koning kan stellen is: hoe zorgen we ervoor dat de zorgen en wensen van burgers niet alleen worden gehoord, maar ook worden omgezet in gedrag en beleid dat hun leven daadwerkelijk verbetert?

De paradox van snelheden

Als we het hebben over ‘gehoor geven aan wat we horen’, dan is het wel van belang dat we inzicht hebben in en begrip hebben (of ontwikkelen voor) de paradox van snelheden. Dis is een begrip van Alvin en Heidi Toffler. In hun boek Revolutionary Wealth uit 2006 leggen zij helder uit hoe het komt dat verschillende partijen sneller en langzamer reageren op de benodigde en gewenste veranderingen, en waardom dat ook begrijpelijk en noodzakelijk is.

Zij geven de metafoor van de snelweg. Als we goed willen kunnen omgaan met en anticiperen op aanstaande veranderingen, kun je je voorstellen dat  bedrijven behoorlijk flexibel, wendbaar en adaptief zijn, met een snelheid van wel 160 kilometer per uur. De burgermaatschappij haalt wel 140 km/u. Gezinnen snoeven met zo’n 100 km/u over de snelweg. Bedrijven, burgers en gezinnen kunnen dus vrij moeiteloos dezelfde snelweg gebruiken.

Maar met de partijen die daarna komen, wordt het lastiger en zelfs gevaarlijk op de weg. Want vakbonden bewegen zich voort met 50 km/u, op de voet gevolg door de overheid met 40 km/u. Politieke structuren zijn de hekkensluiter met 5 km/u.

Paradox van snelheden

Paradox van snelheden

Begrip voor snelheidsverschillen is nodig

Als we geen begrip hebben voor elkaars snelheidsverschillen kan dat frustraties en potentieel levensgevaarlijke situaties met zich meebrengen. Bedrijven en burgers willen graag snel vooruit. En hebben er een hekel aan om voor elk wissewasje te moeten afremmen. Een bepaalde mate van snelheid komt de motivatie en creativiteit van personen en binnen organisaties immers ten goede. Echter, vakbonden, de overheid en politieke structuren zijn in het leven geroepen om de belangen van ALLE betrokken partijen, zorgvuldig in acht te nemen en tegen elkaar af te wegen. Dat is ook noodzakelijk voor een rechtvaardige, solidaire samenleving.

Een vraag die de koning ons allemaal kan stellen is: hoe kunnen we sensitief of sensitiever worden voor deze verschillende snelheden? Zodat we geduldiger en verdraagzamer met elkaar kunnen omgaan?  

De verantwoordelijkheid van gehoor geven ligt bij ons allemaal

Luisteren en gehoor geven zijn niet alleen verantwoordelijkheden van de regering. Het is een oproep aan alle lagen van de samenleving: van ambtenaar tot ondernemer en van leraar tot ouder. Het is een oproep om te luisteren naar zowel de menselijke stem, met al naar wensen en behoeftes, pijn en parels, als ook naar de stem, de behoeftes en rechten van niet-menselijke entiteiten, zoals bijvoorbeeld dieren, rivieren en natuurgebieden. Kijk bijvoorbeeld deze uitzending over luisteren naar de stem van de natuur van de VPRO.

Als we deep democracy toepassen en alle stemmen beluisteren, is het makkelijker om ons gedrag aan te passen en kunnen we onze beslissingen baseren op een diep begrip wat er werkelijk nodig is, niet alleen op wat er politiek haalbaar lijkt.

Als Koning Willem-Alexander in zijn Troonrede deze boodschap kracht bijzet, dan zou dat een belangrijke stap zijn in het helen van de kloof tussen burger en bestuur. Het zou een signaal zijn dat Nederland klaar is om niet alleen te luisteren, maar ook te handelen, om gehoor te geven aan de noden en verlangens van haar burgers. Denk aan: voldoende betaalbare woningen, pesticidevrij en vitaminerijk voedsel, het recht om verschoond te blijven van geluidsoverlast en op gezonde lucht en water, etc. In Ministeries voor de Nieuwe Tijd geven burgers aan welke veranderingen zij graag zouden zien.

Conclusie: De Troonrede als startpunt voor verandering

De Troonrede van 2024 kan een keerpunt zijn. Het kan de toon zetten voor een jaar waarin de Nederlandse regering laat zien dat zij niet alleen hoort en luistert, maar ook werkelijk gehoor geeft. Door concrete stappen te nemen. En door beleid te vormen dat niet alleen reageert op de problemen van vandaag, maar dat ook bouwt aan een rechtvaardiger en veerkrachtiger toekomst.

Dit jaar moet de boodschap duidelijk zijn: luisteren is niet genoeg, het is tijd om te handelen.

 

Meer lezen? Lees ook:

Delen: