Ministerie voor Meer Muziek – Bart Schneemann

Ministerie voor Meer Muziek – Bart Schneemann, primus inter parus, hoboïst en artistiek leider van het Nederlands Blazers Ensemble, pleit ervoor om:

  1. Muziek weer een sterke plek in het onderwijs en de samenleving te geven, als basis voor gezonde zelfexpressie en wereldvrede;
  2. Muziek als medicijn z’n werk te laten doen en te leren van soundhealers;
  3. Pleinen in dorpen en steden in te richten als muzikale vrijplaatsen;
  4.  Meesters in de muziek een voorbeeldfunctie te geven in holocratisch leiderschap;
  5. Meerjarig subsidiegeld ook te geven aan de individuele, creatieve, innoverende, sociaal betrokken kunstenaars i.p.v. alleen aan instituten.

Bart Schneemann (1954) werd geboren in Australië, in the middle of nowhere, op de boerderij van zijn ouders. Tussen de weinige spullen die zijn Nederlandse ouders meenamen naar ‘het nieuwe continent’ zat een prachtige LP met de vioolconcerten van Bach. Deze plaat plantte het spreekwoordelijke zaadje dat zijn levensloop verder bepaalde. Op zijn 8e keerde het gezin terug naar Nederland. Daar spoorde buurman Piet Kingma, ‘de Leonard Bernstein van Venlo’, hem aan hobo te gaan spelen. Al tijdens zijn studie aan het Amsterdams Conservatorium werd Bart, op z’n 18e, als jongste orkestlid aangenomen bij het Amsterdams Philharmonisch Orkest. Dit stelde hem in staat om zich breed te ontwikkelen en zijn eigen muzikale route te volgen. Vervolgens werd hij solohoboïst bij het Radio Philharmonisch en het Rotterdam Philharmonisch Orkest, en docent aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. In 1988 zette Bart z’n schouders onder het Nederlands Blazers Ensemble (NBE). Onder zijn leiding groeide het NBE uit tot wereldleider in innoverende, grensoverschrijdende, maatschappelijk betrokken projecten.

Ministerie voor Meer Muziek? Vertel!

Ja. Het ligt voor de hand om een nieuwe, verbeterde versie van het huidige Ministerie van OC&W op te richten. Want cultuur (dat heeft de afgelopen subsidieronde weer eens bewezen) blijft voor de Nederlandse politiek niet een hoofdzaak maar een bijzaak, een ondergeschoven kindje. Iets wat je er voor de gezelligheid bij doet, of omdat het nou eenmaal moet…..De noodzaak en de urgentie van cultuur wordt niet echt breed gedragen.

Zo’n verbeterde versie zou een Ministerie voor Cultuur kunnen zijn. Een ministerie dat vecht voor méér beeldende kunst, dans, poëzie, filosofie, literatuur en muziek. Want cultuur is, in mijn ogen, een van de belangrijkste bouwstenen van een vreedzame en beschaafde samenleving.

Eigenlijk wil ik nóg een stap verder gaan. En wil ik ervoor pleiten dat elk van deze cultuurdisciplines een eigen ministerie krijgt.  Zo krijgt elk ministerie het budget, de energie en toegespitste knowhow die het nodig heeft.

Zoals onze oude wijze filosoof Plato al lang geleden zei in zijn boek ‘de Staat’: ‘de ideale staat is een staat zonder kunst en cultuur. Want kunst en cultuur zijn zo krachtig, dat ze de discipline, de burgerlijke gehoorzaamheid, de rechtlijnigheid van de bevolking in de war kunnen brengen, de bevolking aan het twijfelen kunnen brengen. Want kunst is prikkelend, niet exact maar abstract, voor meerdere uitleg vatbaar en zet je aan het denken’.  Wat voor Plato een groot nadeel was, een gevaar zelfs voor de Staat, is in mijn ogen een grandioze meerwaarde, een noodzaak voor een fijne, tolerante samenleving.

En dan zou ik natuurlijk graag gevraagd willen worden om minister te worden van het Ministerie voor Meer Muziek. Want dat ministerie is in mijn optiek de meeste urgente van de hierboven genoemde ministeries. En daar is Plato het helemaal met me eens! Van de kunsten vond Plato de muziek verreweg de gevaarlijkste, want wat kan muziek het gemoed beroeren!  Zonder woorden of uitleg nodig te hebben. Met een geweldig slagkracht! Muziek kan een mens een kant opsturen die voor de ‘ideale Staat, zoals Plato ‘die voor zich zag, ongewenst is.

Beeld je maar eens een film in, waarin een aantal soldaten met helmen op en geweren in de hand in perfect gelid over een weg lopen. Dat maakt indruk! En voeg daar nu strakke, mannelijke marsmuziek, gespeeld door trompetten, hoorns en trommels aan toe. Het hele spektakel wordt nu angstaanjagend. Of het maakt je als kijker juist trots waardoor je de missie van de soldaten gaat ondersteunen. Plato heeft een punt. Hij snapt de uitzonderlijke kracht van muziek.

Stel je voor dat we die kracht juist gebruiken om een bijdrage te leveren aan een fijne, vreedzame en tolerante samenleving…!

Mijn groep, het NBE (Nederlands Blazers Ensemble) heeft de afgelopen jaren gereisd, muzikale avonturen beleefd in China, Georgië, Turkije, Libanon, Cuba, Jordanië, Libanon en Afrikaans Benin. In geen van die landen is goed communiceren mogelijk, omdat de NBE-ers hun taal niet spreken en zij de onze niet. Wij spelen muziek dat genoteerd is, zij spelen muziek op hun gehoor en vanuit herinnering. Dus in principe is de samenwerking tot mislukken gedoemd zou je denken, no chance!

Maar het gekke is dat samen muziek maken een super mooie manier is om deze drempels te slechten. Wij dagen de muzikanten die we op onze reizen tegen komen uit om samen te spelen en te improviseren. Zonder woorden. Wij stelen ons open voor hun cultuur. En zij stellen zich open voor die van ons. Wij leren van hun muziek, zij van die van ons. Het werkt en is voor iedereen inspirerend. En daar kan de Nederlandse samenleving best iets van leren denk ik. Een vreemde eend in de bijt is niet je vijand, maar is een potentieel maatje!

Ook Tessa en Omar zeggen het mooi in hun interviews: “het vermogen om je goed te ontwikkelen begint bij het aanbieden van een rijk palet aan ervaringen”. Eeuwenlang is muziek overal ter wereld binnen families en culturen overgedragen. Muziek is immers hèt middel bij uitstek om op een vrije en veilige manier emoties te uiten, delen en beleven. Als je trouwt is er muziek, en als je rouwt. Vele verhalen worden via muziek verteld. Je kunt je geen geloof voorstellen dat niet door gezang gesteund wordt. Ieder boodschap wordt sterker, als er muziek onder staat! Als zodanig wordt muzikale expressie een belangrijke pijler van onze identiteit en onze culturele erfgoed.

En Hans Christian Andersen zei: ‘Waar woorden tekort schieten spreekt de muziek’ I couldn`t agree more….. Daarom is mijn 1e pleidooi:

1. Laten we muziek opnieuw de plek toekennen in het onderwijs die het verdient

In Europa is het denken over muziek, als onderdeel van een brede Bildung, beïnvloed door het gedachtegoed van o.a. filosoof Rousseau en de pedagogen Pestalozzi en Fröbel. Zij waren van mening dat de opvoeding van kinderen zich middels ‘hoofd, hart en handen’ diende te voltrekken. In de praktijk betekende dat, dat je ‘handen’ kunt vervangen door ‘stembanden’. Zingen werd als de meest passende manier gezien om kunst te ervaren en te leren waarderen. ‘Goede muziek’ werkt op het gevoel, verfijnt het gehoor en werkt derhalve beschavend, was het idee. Doordat je muziek leert maken, door samen te zingen of een instrument te bespelen, kun je met iedereen vriendschap sluiten en leer je elkaar ook zonder woorden te verstaan.

Ik gun het ieder kind om van jongs af aan in contact te worden gebracht met verschillende instrumenten en verschillende stijlen van muziek. Als ieder individu in staat is om de muziek in zich zelf  èn in de ander te herkennen, is de basis voor saamhorigheid gelegd. Als we in staat zijn om speelsheid aan ons reactierepertoire toe te voegen, dan verdwijnen zelfs de scherpste tegenstellingen als sneeuw voor de zon. En als we opnieuw de helende kracht van muziek (h)erkennen en inzetten, kan dat een enorm positieve bijdrage leveren aan onze collectieve gezondheid!

Daarom is mijn 2e pleidooi:

2. Muziek als medicijn – Laten we alle artsen opleiden in de manier waarop muziek kan bijdragen aan heelheid en gezondheid

Plato schijnt al geweten te hebben dat muziek en ritme hun weg vinden tot in de geheime plaatsen van de ziel. Ook de oude natuurvolken brengen deze kennis en kunde al eeuwenlang succesvol in de praktijk. Marije verwees al naar het boek Australië op blote voeten van arts Marlo Morgan. Hierin laten Aboriginal healers haar ervaren dat zij, door op bepaalde toonhoogtes muziek te maken en te zingen, in staat zijn om een lichaam dat uit balans is, weer in balans te brengen. Zij laten haar zien en ervaren hoe muziek fysieke en mentale wonden sneller kan helpen helen.

Ook ons westerse wetenschappelijke onderzoek laat zien dat als je bij mensen die geopereerd moeten worden muziek opzet die ze mooi vinden, deze mensen beter reageren op de operatie en sneller herstellen. Muziek is wetenschappelijk bewezen effectief tegen pijn!

Soundhealing is gebaseerd op het principe dat alle materie vibreert op een eigen specifieke frequentie. In het lichaam trilt elke cel, elk weefsel, elk orgaan op haar eigen energetische ’toonhoogte’. Krachtige geluidstrillingen van de menselijke stem kunnen, evenals instrumenten,   onzuivere frequenties balanceren.

Als ik Minister voor Meer Muziek zou zijn, zou ik healers uit de hele wereld uitnodigen en hen in contact brengen met studenten geneeskunde en artsen. Zodat zij samen kunnen onderzoeken hoe we de kracht van klank  nog meer voor ons kunnen laten werken…

Die vitaliserende, inspirerende en verbindende kracht van muziek mag ook in het leven van alle dag meer ruimte krijgen. Daarom pleit ik voor de inrichting van:

3. Muzikale vrijplaatsen in alle dorpen en steden

Neem Griekenland, mijn 2e vaderland, een land waar ik vaak en graag kom. Altijd en overal, als er iets gevierd of betreurd moet worden, wordt er vanuit het hart muziek gemaakt en wordt er door iedereen gedanst op mooie, melancholische melodieën met prachtige teksten.

De levendigheid en bezieling die deze cultuur met zich meebrengt, gun ik ons allemaal!

Daarom pleit ik voor het inrichten van muzikale vrijplaatsen in alle dorpen en steden, waar iedere muzikant vrijelijk zijn of haar kunsten kan delen. Een plek waar je je zeepkist mag neerzetten om je verhaal te vertellen en waar je geweldige muziek mag laten horen. Waar je een feestje mag bouwen. Alleen, met je maten, of spontaan met de mensen die je daar ter plekke ontmoet of met de mensen met wie je al jaren snode muzikale plannen mee hebt bedacht. Heel fijn als deze plekken productioneel, financieel en PR-matig ondersteund en omarmd worden door de gemeente of de wijk.

Ik zie plekken voor me waar publiek zich kan laven aan muzikaal meesterschap (zie punt 4) en waar creativiteit alle ruimte krijgt, mede dankzij een andere vorm van financiering van de kunsten (zie punt 5).

4. Meesters in de muziek als voorbeelden van holocratisch leiderschap

In dit boek gaat het over het ‘leiderschap’ voor de Nieuwe Tijd. Een leiderschap dat samenzijn, samenleven en samenwerken bevordert. Dat inclusief, creatief én menselijk is. Ik denk dat de leiders van nu en straks veel van musici kunnen leren. En omgekeerd natuurlijk! Daar zou ik als minister graag programma’s voor ontwikkelen.

Als muzikant begin je vaak op jonge leeftijd. Je hebt talent dat door je ouders, op school of op de muziekschool (bestonden die nog maar…..!) gezien, gekoesterd en gestimuleerd wordt. Je ontwikkelt je vaardigheden door als amateur veel muziek te maken en te leren van goede docenten. De beste docenten verstaan de kunst om goed aan te sluiten bij de specifieke leerstijl van hun pupillen. Ook zorgen ze voor positiviteit en plezier in het leerproces. Zo leggen ze een stevig fundament voor muzikale professionaliteit.

Er zijn gelukkig verschillende routes die je kunt nemen om professioneel musicus te worden. Maar zelfs het doorlopen van het conservatorium, is nog geen garantie voor meesterschap. Als je als muzikaal meesterschap wilt ontwikkelen, heb je nog een lange weg te gaan. Allereerst moet je superieur instrumentaal of vocaal vakmanschap ontwikkelen, waardoor je in staat bent om de moordende concurrentie, de vele beoordelingen en de stress te doorstaan. Daarnaast moet je stijlgevoel ontwikkelen. Je moet bijvoorbeeld weten: hoe speel je muziek uit de 18e eeuw en hoe uit de 21e? Als Meester Musicus bedenk je programma’s die oorspronkelijk en vernieuwend zijn, met verrassende cross-overs en thema`s. Als je daar goed in bent is dat allemaal al super. Maar dan moet het belangrijkste nog komen…..

Want je speelt als muzikant vrijwel altijd samen met een ander of met een aantal anderen. Het échte meester-kunstenaarschap zit erin of je in staat bent om samen mét de ander tot een bijzondere chemie te komen, die de groep als geheel verder brengt en ook het publiek daarin meeneemt. Als dat lukt is dat voor iedereen voelbaar. Dat zijn de meest magische momenten die er bestaan!

Binnen het NBE proberen wij dagelijks vorm en inhoud te geven aan dit horizontale, holocratische leiderschap. Daarom zul je mij, als artistiek leider, bij uitvoeringen nooit voor de groep zien staan. Of horen spreken vanuit ‘ik’. Binnen het NBE spreken we vanuit ‘wij’ en doen we het samen. Binnen onze groep is er voor arrogantie geen plaats. Arrogantie is immers killing voor vooruitgang!

Of ik nog een laatste voorstel heb? Goed, nog één dan, in alle bescheidenheid…..

5. Laat een gedeelte van het subsidiegeld ook direct naar kunstenaars gaan in plaats van alleen naar instituten.

Misschien is het een ‘knuppel in het spreekwoordelijke hoenderhok’, maar ik ben er van overtuigd dat onze samenleving mooier, inspirerender, diverser en rechtvaardiger wordt, als we met frisse blik kijken naar hoe het subsidiebedrag voor cultuur verdeeld wordt.

Het blijft altijd ‘een om het hoekje kijkende duiveltje’. Als je, als ‘instituut’, al heel lang heel veel subsidie krijgt, raak je daar aan gewend en wordt het normaal. Dan vind je dat vanzelfsprekend. Ook de samenleving vindt het vanzelfsprekend dat jou dat subsidiebedrag wordt toegekend. En ja, zekerheid geeft rust. Toch is het niet altijd de beste garantie voor oorspronkelijkheid en creativiteit.

Als Minister voor Meer Muziek zou ik onderzoeken of we een deel van de subsidie die we nu toekennen aan ‘instituten die al jarenlang hetzelfde kunstje opvoeren’, zouden kunnen toekennen aan individuele kunstenaars. Zij zijn het immers, die vaak de meest originele, creatieve producties van hoge kwaliteit bedenken. Zeker als ze hun kunsten ook gaan vertonen op de muzikale vrijplaatsen, kunnen zij grote groepen mensen daarin meenemen.

Beethoven zei lang geleden: ‘Musik ist höhere Offenbarung als alle Weisheit und Philosophie’. Dat is een stevige bewering, maar Ludwig heeft een punt…

Dit artikel is gepubliceerd in ons boek Ministeries voor de Nieuwe Tijd – Bestel hier jouw exemplaar of doe m cadeau in je netwerk!

Delen: