Hoe gaan we dit uitleggen – We zijn het ’tippingpoint’ inmiddels voorbij. De meesten van ons zijn inmiddels doordrongen van de urgentie van het ‘klimaatprobleem’. Wat maakt dan dat het aanpakken ervan zo lastig is of lijkt?
Jelmer Mommers, schrijver voor De Correspondent, geeft er in zijn recent verschenen boek ‘Hoe gaan we dit uitleggen’ (juni 2019) een helder antwoord op.
boekbespreking door Petra Hiemstra, 5 november 2019
Mommers schrijft: “De belangrijkste reden dat we weinig vertrouwen hebben in een effectieve aanpak van het klimaatprobleem, geloof ik, is dat velen van ons diep van binnen zijn gaan geloven dat de mens zélf het probleem is. Ik heb het hier over het negatieve mensbeeld dat ondertussen zo wijdverbreid is dat het niet eens meer opvalt; het idee dat we inherent egoïstisch zijn en daarom nooit zullen samenwerken in het algemeen belang. Dat we gedoemd zijn te falen, dat we het verdienen.”
“We are made of stories” – Foer.
Gelukkig voor zijn lezers én de toekomst van de planeet, focust Mommers zich in zijn boek op ‘een nieuw verhaal’, waarin we nog tal van opties hebben om onze toekomst zelf vorm te geven. Om ons eigen verhaal te kiezen. Sterker nog: waarin we moedig genoeg zijn om een sociale beweging te vormen die doet wat nodig is en die moedig genoeg is om alle weerstand op veronderstelde ‘radicale maatregelen’ hoofd en hart te bieden.
Kiezen we voor het ‘rode verhaal, waarin we berusten in de houtgreep van de status quo? Waarin we blijven doen wat we graag doen met alle verspillende, vervuilende, vernietigende en vergiftigende gevolgen voor mens en milieu van dien? Waarin veiligheid en comfort zeer ongelijk verdeeld zijn, waarin voedsel en water steeds schaarser worden en waarin plundering, uitstoot en uitputting aan de orde van de dag is, met mogelijk 200 miljoen klimaatvluchtelingen in 2050?
Of kiezen we voor het ‘groene verhaal’, waarin we, mogelijk onder leiding van vele enthousiaste visionairs, bestaande schadelijke wetmatigheden eigenhandig ombuigen naar meer welzijn? Zoals schone lucht, schoon water, stilte en vitaal voedsel vol waardevolle vitamines en mineralen.
Waarin we collectief de handen inéén slaan om collectief in een circulaire, zoveel mogelijk gifvrije, duurzame wereld terecht te komen. Waar we meer gebruik maken van CO2 vastleggend bamboe of hennep dan van cement?
Waarin de overheid opnieuw haar sturende, stimulerende en ondernemende rol pakt om met subsidies, belastingkortingen en aandelen versneld in te zetten op gezonde, schone, vitale en duurzame energie-, transport, verpakking- en voedselnetwerken?
Waarin we massaal bossen beschermen en aanplanten, waarin boeren kunnen rekenen op steun bij hun transitie naar een agro-ecologische landbouw en dus mét de natuur samenwerken?
En wat hiervoor nodig is? Drie woorden: geld op groen.
Als Mommers iets duidelijk maakt, is dat weinig zin heeft om klimaatbeleid te voeren, als daar geen visie achter zit. “Alleen een goed verhaal kan ons uit deze patstelling helpen”. Oftewel: alleen een goed verhaal, waarin een positief toekomst perspectief wordt geboden op de wereld waarin we willen leven, maakt het mogelijk om de pijnlijke beslissingen te nemen die nodig zijn.
“We moeten weten waar ons ultieme doel ligt, we moeten weten hoe ons paradijs eruitziet. Hoe meer mensen een gedeeld beeld hebben van onze bestemming, hoe meer we ons daaromheen kunnen organiseren.”
Gelukkig is Mommers een groot optimist en bulkt zijn boek van positieve voorbeelden die perspectief bieden. “De ene analyse na de andere laat zien dat een transformatie naar ware duurzaamheid een bron is van miljoenen nieuwe banen, lagere ziektekosten, minder klimaatschade en groeiende inkomens”.
Hij wijst ook op de trend dat pensioenfondsen, steden, staten, universiteiten, zorgaanbieders en musea steeds bewuster investeren en ‘divesteren; “investeringen van de hand doen omdat je morele of politieke bedenkingen hebt”. En hoewel hij zich “realiseert dat “individuele acties kunnen ‘mislukken'”, stelt hij ook dat: ” langdurige collectieve inspanningen nooit zonder resultaat blijven.”
Dit boek van Jelmer Mommers sluit mooi aan bij het recent verschenen boek ‘De meeste mensen deugen‘ van collega schrijver Rutger Bregman. In zijn boek beschrijft Bregman hoe mensen wereldwijd al eeuwenlang grootse werken tot stand hebben gebracht tijdens ‘collective work events’. Zij/wij kunnen dit als we:
– een groot vertrouwen stellen in onszelf, elkaar en onze collectieve intelligentie;
– positieve verwachtingen koesteren t.o.v. onszelf (bij twijfel: ga uit van het goede!) en elkaar, en;
– onszelf trainen om groot(s) te durven dromen zodat we ons positieve toekomst perspectief aantrekkelijk kunnen verbeelden (bv in de vorm van nieuwe beschavingsmythes).
En verder doen we er goed aan, stelt Bregman, om voorzichtig(er) te zijn met het vertrouwen in onze machthebbers, die volgens hem vaker dan gemiddeld zouden lijden aan een beperkt, negatief mensbeeld en verminderd empathisch vermogen.
Betekent wel dat we ons vermogen tot democratisch burgerschap (bv in de vorm van burgerbudgetten) opnieuw moeten activeren, om te voorkomen dat we als mieren gedachtenloos achter elkaar aan marcheren, onze ondergang tegemoet. Tips die Bregman geeft: temper je empathie, train je compassie (dat kost minder energie en is beheerster en constructiever) en spreek elkaar vooral in onze eigen taal aan, zo citeert hij Nelson Mandela:
‘Als je tegen iemand praat in een taal die hij begrijpt, dan gaat dat naar zijn hoofd. Maar als je iemand toespreekt in zijn eigen taal, dan gaat dat naar zijn hart’.
De winnaars van “Hoe gaan we dit uitleggen”van Jelmer Mommers, zijn: Herman Nieuwenhuizen en Ben de Boer. Van harte gefeliciteerd!
Niet gewonnen? Niet getreurd. Je kunt het boek hier direct bestellen.