Onze taal is vele gezegdes rijk die stilte waarderen: Spreken is zilver, zwijgen is goud. Stille wateren hebben diepe gronden. Je wordt ergens stil van…. In dit artikel pleit Erik Roelofsen voor vier maatregelen die ‘stiltewinst’ en daarmee meer individueel en collectief welzijn opleveren:
Erik Roelofsen (1966) studeerde milieukunde en akoestiek en werkt als zelfstandige voor gemeenten en provincies op de beleidsvelden: Geluid en trillingen, Luchtkwaliteit, Externe veiligheid, Milieuplanologie, Ruimtelijke ordening en Duurzame mobiliteit. Daarnaast is hij parttime Directeur van Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG), een stichting dit in 2020 50 jaar bestaat en die zich inzet tegen ongevraagd lawaai en voor het maken van akoestische deltaplannen.
door Petra Hiemstra, 14 mei 2020 – dit artikel is gepubliceerd in ons boek ‘Ministeries voor de Nieuwe Tijd’
“Stilte is, na vrijheid, het hoogste goed wat we hebben. Het is in ieder geval net zo kwetsbaar en kostbaar als vrijheid. In stilte is iedereen waarlijk vrij. Hoe stiller het is, hoe meer je hoort”, schreef Japke-d. Bouma vorig jaar in een artikel in de NRC. Ik had het zelf niet mooier kunnen zeggen. Nederland een stuk stiller maken is mijn persoonlijke doel. Daar zet ik me samen met anderen met plezier voor in.
Het tegenovergestelde van stilte, geluid, is onlosmakelijk verbonden met onze samenleving. Geluid geeft betekenis aan een gesprek of muziek. Maar sinds de 19e eeuw is het aantal geluidsbronnen toegenomen en zijn de geluidsniveaus aanmerkelijk hoger geworden. In het begin was dit een teken van economische groei en vooruitgang. Maar in de afgelopen decennia is de mens steeds vaker omringd door ongewenst geluid!
Tijdens mijn studie leerde ik: als mens hebben we driemaal zoveel zenuwverbindingen tussen ons oor en onze hersenen, als tussen ons oog en onze hersenen. Vandaar dat geluiden ons makkelijk ‘op de zenuwen’ kunnen werken. Het omgekeerde is ook waar: prettige natuurlijke geluiden kunnen ons juist ‘ontzenuwen’. In zijn boek ‘De helende stem’ omschrijft Loucas van den Berg het als volgt: “Ons lichaam is één groot oor, dat op de meest gedifferentieerde wijze geluid ontvangt.”
In ons land is de ‘hoorbelasting’ behoorlijk hoog. Blootstelling aan korte of juist langdurige geluiden vanaf 80 decibel kan acute en vaak onherstelbare gehoorschade veroorzaken. Geluidshinder, in welke vorm ook, zorgt bij veel mensen voor hoge bloeddruk en daarmee voor hart- en vaatziekten. Jaarlijks overlijden naar schatting enkele tientallen mensen als gevolg van overmatige geluidsbelasting. Geluidshinder is wellicht het grootste ‘stille gezondheidsprobleem’ dat we hebben.
De WHO, de wereld gezondheidsorganisatie, waarschuwde al in 2015 dat wereldwijd zo’n 1,1 miljard mensen, en dan met name jongeren, militairen, musici en motorrijders, het risico lopen op blijvende gehoorschade. Het geluidsniveau van koptelefoons of de geluidsbelasting waar mensen aan worden blootgesteld in bijvoorbeeld nachtclubs, strandtenten, discotheken, pubs, bioscopen, concerten, sportwedstrijden of fitness clubs is regelmatig (veel) te hoog. Daarbij gaat het niet alleen om het ‘geluid an sich’ maar ook om de trillingen die diepe tonen veroorzaken in je lichaam. Zeker sensitieve mensen raken daardoor snel overprikkeld en overbelast.
Ook in kantoortuinen zie je dat mensen zich steeds meer van elkaar en van een teveel aan geluid afschermen. Een hoge geluidsbelasting zorgt voor verminderde concentratie en productiviteit.
De afgelopen maanden, tijdens de Corona crisis, hebben we kunnen ervaren wat het met ons doet, als de ‘stadsruis wegvalt’ en we meer rust en stilte ervaren. Gemiddeld was het 50% stiller. Dat betekent dat een verlaagde geluidsbelasting van 3 decibel. Lijkt weinig, maar betekent veel. Ineens horen we vogels, het ruisen van beekjes, het carillon. En merken we hoe goed die natuurlijke geluiden ons doen. Een verademing!
Petra: “Persoonlijk zou ik het ‘recht op stilte’ heerlijk vinden. Ik snak naar strandtenten waar je gewoon de zee kunt horen en een goed gesprek kunt voeren zonder dat je jezelf hoeft te overschreeuwen. En een collectief ‘recht op stilte’ zou het makkelijker maken om mijn sportschool te vragen of ik er in stilte mag fitnessen. Immers: iedereen kan zelf z’n eigen muziek opzetten en daar naar luisteren. En ik kan heerlijk in stilte sporten. Goed idee? “
Dat is een interessante gedachte. Dat ligt wel in de lijn met mijn grootste wensen voor de komende tijd:
In ons land is zo’n 650 duizend hectare aangewezen als stiltegebied. De geluidsbelasting mag daar niet hoger zijn dan 40 decibel, ongeveer het geluidsniveau van een goed gesprek. De Waddenzee, de Zeeuwse wateren en stukken van het Limburgse Heuvelland vallen daar bijvoorbeeld onder.
Nu moeten vele mensen een behoorlijk stuk reizen om in zo’n stiltegebied te komen. Ik zou graag zien dat iedereen stillegebieden dicht bij huis kan vinden. Zodat je binnen enkele minuten lopen of fietsen een fijne plek kunt vinden, waar je in alle rust of stilte kunt ontspannen en opladen. Dat doet écht wat met je gezondheid en welzijn! Niet voor niets zijn stilteretraites in bosrijke omgevingen zo populair. Stilte en mooie groene zones zijn als balsem voor de ziel. Wat dat betreft moeten we wellicht eens denken aan het creëren van ecologische vitale groene stadsstructuren. Wie weet wat dat voor creativiteit en saamhorigheid oplevert!
En er zijn een aantal zaken die we kunnen doen, om ervoor te zorgen dat het in deze nieuwe binnenstedelijke stiltezones ook écht stil is. We kunnen de maximale snelheid van vervoermiddelen binnen de bebouwde kom verlagen naar 35 kilometer per uur. Immers: hoe lager de snelheid van voertuigen, hoe minder wrijving en hoe minder lawaai. Zodat je ook in stiltezones écht meer stilte ervaart. Helemaal stil wordt het natuurlijk nooit. Dat kan ook niet en hoeft ook niet. Het gaat met name om het zoveel mogelijk reduceren van ‘niet natuurlijk geluiden’.
Ook het ontwikkelen en bevorderen van de aankoop van veilige, zuinige en stillere banden draagt positief aan meer stilte bij. Momenteel hebben de meeste autobanden nog label D/E. Ik verwacht dat we binnen 10 jaar op label A en B kunnen zitten voor zowel de veiligheid, de zuinigheid (brandstofverbruik) én het geluid.
En tenslotte zou het in deze gebieden enkel met gemeentelijke[1] of provinciale[2] toestemming en ontheffing mogelijk mogen zijn om geluid te maken, bijvoorbeeld tijdens bijzondere evenementen.
De meeste geluidswinst valt te halen bij het aanpakken van zwerfgeluid. Hieronder kun je allereerst het geluid verstaan dat veroorzaakt wordt door ons eigen gedrag, omdat we kiezen voor de makkelijkste weg. We pakken nu eenmaal sneller de luide bladblazer in plaats van de hark. We brengen de kinderen even snel met de auto naar school in plaats van met de fiets. En we staan te weinig stil bij wat we anderen aandoen door hen mee te laten genieten van de muziek die wij mooi vinden. Wat voor de één een fijne geluidsbeleving is, is dat geluid voor de ander een (vaak ongevraagde) zware belasting.
Ten tweede kun je denken aan het strenger aanpakken van geluidsbelasting die veroorzaakt wordt door afgezaagde uitlaten, opgevoerde brommers, etc. Hier zijn al Europese geluidsnormen voor, waar ook makkelijk op gehandhaafd kan worden. Het zijn deze geluiden waar de meeste mensen zich aan ergeren, zo blijkt uit ons eigen onderzoek.
En ten derde, het is niet leuk om te zeggen, maar zullen we écht moeten nadenken of we collectief zo veel moeten willen vliegen. Zeker, vliegtuigen zijn stiller geworden. Echter vanuit geluidperspectief bekeken, is enkel veel minder vliegen een oplossing. Ook op 3 tot 5 kilometer hoogte hoor je de lagere tonen van vliegtuigmotoren. Dit komt omdat de midden en hogere tonen makkelijke uitdempen. Het zijn juist deze tonen die ver dragen, omdat ze moeilijk te isoleren zijn.
Petra: Eigenlijk mooi, hoe jij dat omschrijft: hoorbelasting. Hoe kijk jij aan tegen de introductie van een geluidsbelasting of beboeting voor ieder geluidgevend apparaat of gedrag, dat verder draagt als 5 meter?
Dat is een interessant idee. Daar heb ik nog niet goed over nagedacht. Persoonlijk ben ik meer voor het stimuleren en belonen van goed gedrag. Wat dat betreft denk ik dat we veel winst kunnen behalen als we bijvoorbeeld stilte toevoegen als criterium voor persoonlijke, organisatorische en collectieve inkopen.
We kunnen individueel en collectief veel geluidwinst behalen als we bij onze aankopen ‘stilte’ gaan hanteren als inkoopcriterium. Waarbij we de ALARA norm kunnen hanteren: As Low As Reasonably Achievable of waarbij we kiezen voor de BBT – de Beste Beschikbare Technieken. Dan kunnen binnen enkele jaren al onze vervoermiddelen, bladblazers, ventilatoren, airco’s, warmtepompen, koelmachines, rioolbemaling, aggregaten en zaagmachines die nu vaak de ‘stadsbrom’ veroorzaken, merkbaar en hoorbaar stiller zijn. Dat scheelt stukken!
Wat inkoop betreft, helpt het als ‘duurzaam stil’ een leidend principe wordt. Goedkoop lijkt aantrekkelijk maar blijkt vaak duurkoop. Een normaal wegdek gaat bijvoorbeeld 20 jaar mee, een stiller wegdek 10 tot 12 jaar. In aanleg is zo’n stille weg niet veel duurder, alleen de levensduur is korter. Nu kijken we vaak alleen naar de kostprijs van de weg, terwijl een stille weg ook gezondheidswinst oplevert en woonwijken aantrekkelijker maakt, en dus in brede zin welvaart bevorderend is.
Datzelfde geldt voor warmtepompen. Daarover krijgen we bij de NSG jaarlijks tientallen klachten binnen. Mensen bestellen deze pompen nu vaak in China, want goedkoop. Mensen kunnen of willen er niet meer voor betalen, maar zadelen met hun aankoop wel zichzelf en anderen (vooral de buren) met geluidsoverlast op. Daar word je niet vrolijk van. De duurdere varianten, die bijvoorbeeld gemaakt worden door de Nederlandse producent NEFIT-BOSCH uit Deventer, zijn zowel energiezuiniger én stiller. We zouden collectief kunnen onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat juist deze stille en energiezuinige warmtepompen makkelijker aan te schaffen zijn.
En ook bij afspraken rond de bouw of verbouw van woningen, kun je samen kijken hoe dat het stiller kan. Een aardig voorbeeld is woningcorporatie Mitros, die er naar streeft om badkamers in 1 dag (8 uur) te vervangen. Zo beperken zij geluidsoverlast (bouwlawaai) tot een minimum en dat zorgt voor gezonde bouwvakkers, blije buren én bewoners.
Ik zou het toejuichen als ‘optimaal akoestisch ontwerp’ een standaard onderdeel zou zijn van alle opleidingen die zich bezig houden met het ontwerp van design/gebruiksartikelen, vervoermiddelen en de inrichting van (openbare) ruimtes.
Met welke goede intenties de kantoortuinen ook zijn ontwikkeld, de intensieve geluidsbelasting waaraan ze mensen blootstellen, zorgen ervoor dat mensen zichzelf gaan afsluiten door geluid-onderdrukkende koptelefoons op te zetten. Het is heel natuurlijk dat mensen daar waar ze werken, wonen of mobiel zijn, zelf een raam open te kunnen zetten, zelf de temperatuur willen kunnen regelen en in stilte kunnen zijn. Als we minder geluid meer leidend willen laten zijn, kunnen we goed kijken naar maatregelen in anderen landen. Zo kun je in Duitsland veel makkelijk je fiets meenemen in het openbare stadsvervoer en hebben zij in ICE’s én hotels speciale speelruimtes ingericht voor gezinnen met kinderen. Kinderen kunnen zich daar uitleven en andere reizigers hebben rust.
In mijn praktijk zie ik dat het bij grote projecten loont om ontwerpen samen met betrokkenen te maken. Zo is in Wijchen, bij Nijmegen, bijvoorbeeld in goed overleg met bewoners en ondernemers, gekeken naar hoe een nieuwe weg door het dorp zo stil mogelijk gerealiseerd kon worden. Zij kwamen uit op een verdiepte weg, omringd door duurzaam fraai, geluiddempend groen.
En wat dat betreft kunnen we best trots zijn op onze uitvindingen als het gaat om innovatieve geluidshinderbestrijding. Zo zijn al vele kilometers spoor voorzien van zogeheten raildempers. Dit is geluiddempend rubber met een stalen kern die bevestigd worden aan weerszijden van de spoorstaaf (in de holle ruimte). Dit is rond 2008 ontwikkeld in het “Innovatieprogramma geluid” van het toenmalige ministerie van VROM.
Het bedrijf 4silence uit Enschede heeft lage geluidschermen ontwikkeld die voorzien zijn van zogeheten diffractoren, dat is een natuurkundig principe dat ervoor zorgt dat geluid op een bepaalde manier wordt afgebogen, waardoor omwonenden minder last hebben van verkeerslawaai. Zo kan een laag geluidsscherm met een diffractor erop, dit is dan ca. 1,1 meter hoog, nog steeds een goed uitzicht geven voor zowel bewoners als weggebruikers. Qua geluidswering is dit dan vergelijkbaar met een scherm van ten minste 2 meter hoog.
Langs de A2 bij Eindhoven is één van de mooiste geluidsschermen geplaatst die ik ken. Het heeft buizen van geperforeerd staal die gevuld zijn met akoestisch dempend materiaal. Ook groene gevels, ook wel geveltuinen genoemd, zien er niet alleen leuk uit, ze zorgen in de stad ook voor een enorme akoestische verbetering, omdat ze geluid beter absorberen of minder weerkaatsen.
Wat dat betreft ben ik benieuwd naar de ontwikkelingen als de hyperloop. Dergelijke buizensystemen, voor vervoer of pakketbezorging, zijn geluidstechnisch interessant, omdat je deze buizen goed kunt inpakken.
[1] Voor gebieden in steden of dorpen
[2] Voor stiltegebieden
Sounds of silence: ‘We should have been listening all along, CNN Travel, Diana Diroy